ECLI:NL:RBDHA:2025:15699
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met besluitmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiser, een Syriër, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister ontving de aanvraag op 22 oktober 2024 en had volgens de wet binnen zes maanden moeten beslissen. Eiser heeft de minister op 25 april 2025 in gebreke gesteld, maar heeft pas op 12 mei 2025 beroep ingesteld, meer dan twee weken na de ingebrekestelling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de beslistermijn had verlengd door een besluitmoratorium dat gold voor Syrië van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025. Dit moratorium verlengde de beslistermijn voor asielaanvragen van Syriërs tot maximaal 21 maanden. Aangezien de beslistermijn voor de aanvraag van eiser nog niet was verstreken, oordeelde de rechtbank dat het beroep prematuur was en daarmee niet-ontvankelijk. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard.