Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
- de dagvaarding, met producties 0 tot en met 4;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens houdende eis in reconventie, met producties 1 tot en met 7;
- de op 7 augustus 2025 gehouden mondelinge behandeling op de zitting.
2.De feiten in conventie en in reconventie
3.Het geschil
- de man te bevelen om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis schriftelijk te bevestigen dat hij akkoord gaat met plaatsing van [minderjarige 1] op basisschool [schoolnaam 1] , met ingang van het schooljaar 2025/2026, op verbeurte van een dwangsom van € 500,- per dag voor elke dag/elk dagdeel dat de man zal weigeren dit bevel na te komen en aan de vrouw vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige 1] in te schrijven op basisschool [schoolnaam 1] , met ingang van het schooljaar 2025/2026;
- de man te bevelen om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis:
14 februari 2025 verklaard in te stemmen met inschrijving van [minderjarige 1] op basisschool [schoolnaam 1] , met ingang van het schooljaar 2025/2026. De vrouw heeft meermaals verzocht om de benodigde papieren te tekenen, maar de man weigert dit en hij wil niet aangeven waarom hij weigert. Daarom heeft de vrouw belang bij haar vordering. Daarnaast wil de vrouw graag een eigen woning kopen. Daarvoor is het noodzakelijk dat zij wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire geldlening op de echtelijke woning en dat zij kan beschikken over haar aandeel in de overwaarde. De vrouw wil dat de echtelijke woning wordt verkocht, omdat de man niet heeft aangetoond dat hij bereid en in staat is om de echtelijke woning over te nemen voor een reële waarde. De man weigert echter zijn medewerking hieraan te verlenen. Daarom heeft de vrouw ook belang bij deze vordering.
- te bepalen dat de zorgregeling, zoals opgenomen in randnummer 38 wordt vastgesteld, dan wel een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen zorgregeling;
- de vrouw te veroordelen om mee te werken aan toedeling van de echtelijke woning aan de man voor € 487.000,-, door alles te doen dat daarvoor nodig is, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per dag dat de vrouw daarmee in gebreke blijft;
- te bepalen dat dit vonnis in de plaats zal treden van de toestemming dan wel medewerking van de vrouw aan de levering en overdracht van de woning aan de man.
4.De beoordeling van het geschil
5.De beslissing
21 augustus 2025.