ECLI:NL:RBDHA:2025:15758
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming van hoogzwangere vrouw in ziekenhuis en schadevergoeding
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 22 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een hoogzwangere vrouw (eiseres) en de minister van Asiel en Migratie. De minister had op 7 augustus 2025 een maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Op 15 augustus 2025 heeft de minister de maatregel van bewaring opgeheven. De rechtbank heeft op 19 augustus 2025 de zaak behandeld, waarbij beide partijen zich lieten vertegenwoordigen door hun gemachtigde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was, omdat deze na de overplaatsing van eiseres naar het ziekenhuis op 8 augustus 2025 had moeten worden opgeheven. De gemachtigde van de minister heeft dit erkend. De rechtbank oordeelt dat er sprake was van vrijheidsontneming, aangezien eiseres in het ziekenhuis onder bewaking stond en niet vrij was om te gaan en staan waar ze wilde. De rechtbank kent eiseres een schadevergoeding toe van €800 voor de onrechtmatige vrijheidsontneming gedurende acht dagen.
Daarnaast veroordeelt de rechtbank de minister tot betaling van €1814 aan proceskosten aan de rechtsbijstandverlener van eiseres. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.