ECLI:NL:RBDHA:2025:15782
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak
Op 22 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling, eiser, die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd op 4 juni 2025. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een zitting niet nodig was en heeft de zaak op basis van de ingediende stukken beoordeeld.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere uitspraak. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende voortvarend heeft gehandeld in de uitzettingsprocedure van eiser, ondanks zijn argumenten dat de minister niet snel genoeg werkt aan zijn verwijdering. Eiser had een vlucht geboekt op 18 augustus 2025, maar deze werd geannuleerd omdat hij zich niet wilde meewerken aan de uitzetting. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft gesteld dat de annulering aan eiser te wijten is.
De rechtbank komt tot de conclusie dat er geen redenen zijn om te twijfelen aan de rechtmatigheid van de maatregel van bewaring en verklaart het beroep ongegrond. Ook het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter M.J.M. Verhoeven en is openbaar gemaakt op 22 augustus 2025.