Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[verzoeker], verzoeker V-nummer: [V-nummer],
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 22 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak betreffende een asielaanvraag. Verzoeker, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.C.M. van der Mark, had een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening te treffen na de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie. Het bestreden besluit, dat op 10 maart 2025 was genomen, verklaarde de asielaanvraag van verzoeker als kennelijk ongegrond. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. Tijdens de zitting werd opgemerkt dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL25.11283) die betrekking had op het beroep van verzoeker. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening niet meer aanwezig, en heeft de voorzieningenrechter het verzoek afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.