ECLI:NL:RBDHA:2025:15836

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
18 augustus 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
C/09/689144 / FA RK 25-5660
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor reisdocument voor minderjarige in het kader van de Paspoortwet

Op 18 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de vervangende toestemming voor het aanvragen van een reisdocument voor een minderjarige, [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2022. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, heeft het verzoek ingediend omdat de moeder geen toestemming verleende voor het aanvragen van een reisdocument. De vader en de moeder hebben gezamenlijk het gezag over de minderjarige, die momenteel bij haar grootouders verblijft. De rechtbank heeft op dezelfde zitting ook andere verzoeken behandeld, waaronder een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en een verzoek tot machtiging uithuisplaatsing.

De rechtbank overweegt dat, ingevolge artikel 36 van de Paspoortwet, een verklaring van toestemming van de bevoegde rechter kan worden afgegeven indien één of beide ouders weigeren toestemming te geven voor het aanvragen van een reisdocument voor een minderjarige. De grootouders van de minderjarige willen met haar op reis, maar de moeder heeft aangegeven dat zij niet wil dat de minderjarige bij haar grootouders verblijft. De vader heeft geen bezwaar tegen het verkrijgen van een reisdocument voor de minderjarige.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het verkrijgen van een reisdocument in het belang van de minderjarige is, omdat zij dit document nodig heeft voor identificatie en om met haar ouders of derden op reis te kunnen gaan. De rechtbank heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling toegewezen, waarbij de toestemming van de ouders wordt vervangen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 20 augustus 2025.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-5660
Zaaknummer: C/09/689144
Datum beschikking: 18 augustus 2025

Paspoortwet (artikel 36)

Beschikking op het op 25 juli 2025 ingekomen verzoek van:

Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland,

de gecertificeerde instelling.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:

[de vader] ,

hierna te noemen: de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. B.J. Davidse te Amsterdam.

[de moeder] ,

hierna te noemen: de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. F. Pool te Rotterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van het verzoekschrift.
Op 18 augustus 2025 is op de zitting van deze rechtbank zowel het onderhavige verzoek als het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling (C/09/688749, JE RK 25-1267) en het verzoek tot machtiging uithuisplaatsing (C/09/689127 JE RK 25-1322)
gecombineerd behandeld. Op laatstgenoemde verzoeken is bij afzonderlijke beschikking beslist.
Op de zitting zijn verschenen: [naam 1] en [naam 2] namens de gecertificeerde instelling alsmede de ouders met hun advocaat.

Feiten

  • De vader en de moeder hebben gezamenlijk het gezag over [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats] .
  • Bij beschikking van 18 augustus 2025 van de kinderrechter in deze rechtbank is de ondertoezichtstelling van [minderjarige] verlengd van 18 september 2025 tot 18 september 2026.
  • Bij beschikking van 18 augustus 2025 van de kinderrechter in deze rechtbank is een machtiging tot uithuisplaatsing in een netwerk pleeggezin verleend van 18 augustus 2025 tot 18 februari 2026. [minderjarige] verblijft op dit moment bij haar grootouders moederszijde.

Verzoek en verweer

De gecertificeerde instelling verzoekt de rechtbank vervangende toestemming te verlenen, welke de toestemming van de ouders vervangt, zoals bedoeld in artikel 36, tweede lid, Paspoortwet, voor het verkrijgen van een reisdocument ten behoeve van de na te melden minderjarige.
De ouders hebben op de zitting ingestemd met toewijzing van het verzoek.

Beoordeling

De gecertificeerde instelling voert ter onderbouwing van het verzoek aan dat de moeder geen toestemming heeft verleend voor het aanvragen van een eigen reisdocument voor [minderjarige] .
De rechtbank overweegt als volgt.
Ingevolge artikel 36, eerste lid, Paspoortwet kan bij de aanvraag ten behoeve van een minderjarige die onder toezicht is gesteld en jonger is dan zestien jaar, indien één of beide personen die het gezag over de minderjarige uitoefenen, weigeren een verklaring van toestemming als bedoeld in artikel 34, eerste lid, Paspoortwet, af te geven, in plaats van die verklaring een verklaring van toestemming van de bevoegde rechter worden overgelegd. Blijkens het tweede lid van eerstgenoemd artikel kan een verklaring van toestemming worden afgegeven op verzoek van een stichting dan wel een gecertificeerde instelling, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de jeugdzorg, thans analoog art. 1.1 Jeugdwet. De rechter geeft een zodanige beslissing als hem in het belang van het kind wenselijk voorkomt.
De gecertificeerde instelling voert als onderbouwing van het verzoek aan dat de grootouders, bij wie [minderjarige] verblijft, een cruise willen maken. Zij vliegen hiervoor op 30 oktober 2025 vanuit Amsterdam naar Barcelona, Spanje. Op 1 november 2025 vertrekken zij vanuit Barcelona en ze komen 16 november 2025 aan in Florida, Verenigde Staten van Amerika. Op 23 november 2025 vertrekken zij van Florida naar Nederland, waar zij 24 november 2025 weer zullen aankomen. De grootouders hebben aangegeven dat [minderjarige] en haar vader samen mee kunnen op deze reis. Voor de vader is het zijn vakantie en biedt het de mogelijkheid om deze periode zich intensief bezig te kunnen houden met zijn dochter, in de aanwezigheid en met de hulp van grootouders. [minderjarige] heeft echter nog geen reisdocument. De moeder heeft aangegeven dat zij niet wil dat [minderjarige] bij haar grootouders verblijft. Om die reden geeft de moeder geen toestemming voor het verkrijgen van een reisdocument voor [minderjarige] .
Op de zitting is besproken dat het verkrijgen van een reisdocument voor [minderjarige] niet betekent dat zij zonder de toestemming van beide ouders met de grootouders mee kan gaan op reis. In het geval (een van) de ouders geen toestemming voor het reizen met [minderjarige] geeft, dient daarvoor een aparte procedure te worden gestart.
De vader heeft geen bezwaar tegen het verkrijgen van een reisdocument door [minderjarige] . De moeder heeft op de zitting haar bezwaar laten varen, omdat het verzoek alleen ziet op het verkrijgen van een reisdocument.
De rechtbank acht toewijzing van het verzoek in het belang van [minderjarige] . Immers, indien [minderjarige] met (een van) de ouders of een derde op reis gaat naar het buitenland, heeft zij een reisdocument nodig. Dit document dient ook ter identificatie van [minderjarige] , welke zij ook nodig heeft voor bijvoorbeeld identificatie bij de overheid, de zorg en onderwijs. Hoewel de ouders op de zitting hebben ingestemd met toewijzing van het verzoek en zij dus toestemming geven voor het verkrijgen van een reisdocument door [minderjarige] , heeft de gecertificeerde instelling in beginsel geen belang meer bij haar verzoek. Om te voorkomen dat bij de aanvraag van het reisdocument alsnog onduidelijkheden ontstaan, ziet de rechtbank aanleiding te beslissen op het verzoek en wijst het verzoek als onweersproken en op de wet gegrond toe.

Beslissing

De rechtbank:
verleent toestemming aan Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, – welke toestemming die van de ouders vervangt – ten behoeve van de aanvraag van een reisdocument van de minderjarige:
- [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2022 te [geboorteplaats] ;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.G. Meeder, kinderrechter, bijgestaan door mr. P. Hillebrand als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 augustus 2025.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 augustus 2025