Op 18 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende de vervangende toestemming voor het aanvragen van een reisdocument voor een minderjarige, [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2022. De gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming west Zuid-Holland, heeft het verzoek ingediend omdat de moeder geen toestemming verleende voor het aanvragen van een reisdocument. De vader en de moeder hebben gezamenlijk het gezag over de minderjarige, die momenteel bij haar grootouders verblijft. De rechtbank heeft op dezelfde zitting ook andere verzoeken behandeld, waaronder een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en een verzoek tot machtiging uithuisplaatsing.
De rechtbank overweegt dat, ingevolge artikel 36 van de Paspoortwet, een verklaring van toestemming van de bevoegde rechter kan worden afgegeven indien één of beide ouders weigeren toestemming te geven voor het aanvragen van een reisdocument voor een minderjarige. De grootouders van de minderjarige willen met haar op reis, maar de moeder heeft aangegeven dat zij niet wil dat de minderjarige bij haar grootouders verblijft. De vader heeft geen bezwaar tegen het verkrijgen van een reisdocument voor de minderjarige.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het verkrijgen van een reisdocument in het belang van de minderjarige is, omdat zij dit document nodig heeft voor identificatie en om met haar ouders of derden op reis te kunnen gaan. De rechtbank heeft het verzoek van de gecertificeerde instelling toegewezen, waarbij de toestemming van de ouders wordt vervangen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 20 augustus 2025.