Uitspraak
1.1. Verloop van de procedure
- de bewindvoerder.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 31 juli 2025 uitspraak gedaan over de tussentijdse beëindiging van de wettelijke schuldsaneringsregelingen (WSNP) van de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2]. De bewindvoerder had verzocht om de WSNP-regelingen te beëindigen, omdat de betrokkenen niet voldaan hadden aan hun informatieplicht en sollicitatieplicht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] vanaf het begin van de WSNP-regeling in gebreke zijn gebleven met het nakomen van deze verplichtingen. Dit omvatte onder andere het niet afdragen van een teruggave van de belastingdienst van € 7.128,- aan de gezamenlijke schuldeisers en het niet melden van opgeslagen goederen die mogelijk waardevol zijn. De rechtbank oordeelde dat deze tekortkomingen voldoende grond vormden voor de tussentijdse beëindiging van de WSNP-regelingen. De rechtbank heeft de WSNP-regelingen van de heer [naam 1] en mevrouw [naam 2] zonder schone lei beëindigd, wat betekent dat schuldeisers hun vorderingen weer kunnen verhalen. Tevens is er een rechter-commissaris en curator benoemd voor het geval de faillissementen intreden. De beslissing is genomen door mr. R. Cats, in samenwerking met griffier F.J. Knaap LL.B.