ECLI:NL:RBDHA:2025:15900

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
26 augustus 2025
Zaaknummer
C/09/657076 / FA RK 23-8396
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot gezamenlijk gezag over minderjarige na erkenning door de vader

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 augustus 2025 een beschikking gegeven in een verzoek tot gezamenlijk gezag over een minderjarige. Het verzoek is ingediend door de vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Shahbazi, en de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. A.J. van Steensel. De rechtbank heeft eerder op 28 februari 2025 het verzoek tot gezamenlijk gezag aangehouden tot 1 augustus 2025, waarbij de vader de akte van erkenning diende in te dienen. De erkenning van de minderjarige door de moeder is vernietigd, en de vader heeft toestemming gekregen om de minderjarige te erkennen, wat de toestemming van de moeder vervangt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige bij de vader zal verblijven op bepaalde momenten, waaronder iedere woensdagmiddag en in de vakanties.

De rechtbank heeft de stukken beoordeeld en vastgesteld dat partijen het erover eens zijn dat zij gezamenlijk gezag over de minderjarige zullen uitoefenen. Nu de akte van erkenning is ontvangen, kan de rechtbank het verzoek tot gezamenlijk gezag in behandeling nemen. De rechtbank heeft besloten het verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag toe te wijzen, waardoor het gezag voortaan gezamenlijk aan de vader en de moeder toekomt. Deze beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en is gegeven door kinderrechter mr. C. Witteman, bijgestaan door griffier mr. R.P. Bas, tijdens de openbare zitting op 21 augustus 2025.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 23-8396
Zaaknummer: C/09/657076
Datum beschikking: 21 augustus 2025

Gezag

Beschikking op het op 27 oktober 2023 ingekomen verzoek van:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. R. Shahbazi te ’s-Gravenhage.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. A.J. van Steensel te ’s-Gravenhage.

Procedure

Bij beschikking van deze rechtbank van 28 februari 2025 is, voor zover hier relevant:
  • de erkenning van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2020 te [geboorteplaats 1] ( [minderjarige] ), door [naam] , geboren op [geboortedatum 2] 2002 te [geboorteplaats 2] , [geboorteland] , uit [de moeder] , geboren op [geboortedatum 3] 2001 te [geboorteplaats 3] , vernietigd;
  • de vader, [de vader] , geboren op [geboortedatum 4] 2000 te [geboorteplaats 2] , [geboorteland] , toestemming verleend die de toestemming van de moeder vervangt, tot erkenning van de minderjarige [minderjarige] ;
  • bepaald dat de minderjarige [minderjarige] bij de vader zal zijn, zonder begeleiding:
  • iedere woensdagmiddag uit school;
  • eens in de veertien dagen van vrijdagmiddag uit school tot zondagavond;
  • op Kerstavond en Eerste Kerstdag;
  • de rest van de vakantiedagen bij helfte;
- het verzoek tot gezamenlijk gezag aangehouden tot 1 augustus 2025 pro forma, waarbij de vader vóór de genoemde pro forma datum de akte van erkenning aan de rechtbank doet toekomen.
De rechtbank heeft wederom kennisgenomen van de stukken, waaronder nu ook:
  • het F9-formulier van 1 augustus 2025 van de vader, met als bijlage de akte van erkenning;
  • het F9-formulier van 6 augustus 2025 van de vader.

Beoordeling

De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist, voor zover in deze beschikking niet anders wordt overwogen of beslist.
Partijen zijn het erover eens dat zij het gezamenlijk gezag over [minderjarige] zullen uitoefenen.
Nu de rechtbank de akte van erkenning heeft ontvangen en daarmee gebleken is dat de erkenning tot stand is gebracht, kan de rechtbank het verzoek tot gezamenlijk gezag in behandeling nemen en beslissen op het verzoek tot gezamenlijk gezag. De rechtbank zal het verzoek van de vader tot gezamenlijk gezag toewijzen.

Beslissing

De rechtbank:
bepaalt dat voortaan aan de vader en de moeder gezamenlijk het gezag zal toekomen over de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2020 te [geboorteplaats 1] , en verklaart deze beslissing uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. Witteman, kinderrechter, bijgestaan door mr. R.P. Bas als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 21 augustus 2025.