Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring die op 13 augustus 2025 door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd aan eiser, een Marokkaanse nationaliteit houder. Eiser had beroep ingesteld tegen deze maatregel, die hij als onrechtmatig beschouwde. De minister heeft de maatregel op 16 augustus 2025 opgeheven omdat eiser was uitgezet naar Marokko. De rechtbank heeft de zaak op 20 augustus 2025 behandeld, maar beide partijen zijn niet verschenen.
De rechtbank heeft zich in haar beoordeling beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding, nu de maatregel van bewaring was opgeheven. Eiser stelde dat de maatregel niet te goeder trouw was opgelegd, verwijzend naar een eerdere bewaringsmaatregel die volgens hem onrechtmatig was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eerdere maatregel rechtmatig was en dat er geen sprake was van kwade trouw van de zijde van de minister. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring van 13 augustus 2025 rechtmatig was opgelegd, en dat er geen aanleiding was om schadevergoeding toe te kennen.
De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.