In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 26 augustus 2025, wordt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, een Turkse nationaliteit houder, behandeld. Eiser heeft op 12 februari 2023 asiel aangevraagd in Nederland, waarbij hij vreesde voor vervolging door de Turkse autoriteiten vanwege zijn sympathie voor de Gülenbeweging. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij persoonlijk in de negatieve aandacht van de Turkse autoriteiten staat. De door eiser aangevoerde feiten, zoals de gevangenschap van zijn vader en huiszoekingen, zijn onvoldoende om te concluderen dat hij zelf gevaar loopt. De rechtbank oordeelt dat de vrees van eiser vooral is gebaseerd op aannames en vermoedens, en dat verweerder terecht de asielaanvraag als ongegrond heeft afgewezen. De rechtbank heeft de beroepsgrond van eiser, die zich richtte op de vrees voor vervolging en het risico op ernstige schade, niet gehonoreerd. De rechtbank concludeert dat eiser geen reëel risico loopt bij terugkeer naar Turkije, ook niet in het kader van de militaire dienstplicht. De uitspraak eindigt met de beslissing dat het beroep ongegrond is verklaard en dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.