Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord met producties,
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft Airhelp Germany GmbH (hierna: Airhelp) TUI Airlines Nederland B.V. (hierna: TUI) aangeklaagd voor compensatie in verband met een vertraagde vlucht. De passagiers, [passagier 1] en [passagier 2], hadden een vervoersovereenkomst met TUI voor een vlucht van Amsterdam naar Curaçao op 13 juni 2023, maar arriveerden met meer dan drie uur vertraging. Airhelp, die de vordering van de passagiers had overgenomen, vorderde een schadevergoeding van € 600,- per persoon, gebaseerd op de EU-verordening 261/2004.
TUI voerde verweer en stelde dat de vordering van [passagier 1] al was voldaan en dat de vordering van [passagier 2] pas bij dagvaarding bekend was. De kantonrechter oordeelde dat Airhelp recht had op compensatie, maar dat de wettelijke rente pas vanaf de dagvaarding verschuldigd was, omdat TUI had aangetoond dat zij de vordering van [passagier 1] direct zou hebben voldaan. De rechter oordeelde ook dat Airhelp de proceskosten moest betalen, omdat zij TUI onterecht had gedagvaard.
In de beslissing werd TUI veroordeeld tot betaling van € 600,- aan Airhelp, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 juli 2024. Daarnaast werd Airhelp veroordeeld in de proceskosten van TUI, die op € 337,50 werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en is uitgesproken op 12 augustus 2025.