ECLI:NL:RBDHA:2025:15941
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van opvolgende asielaanvraag wegens gebrek aan nieuwe elementen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 22 augustus 2025 wordt de niet-ontvankelijkverklaring van de asielaanvraag van eiser behandeld. Eiser, die eerder een asielaanvraag indiende, heeft op 30 mei 2025 een opvolgende aanvraag ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 12 juni 2025 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen nieuwe elementen of bevindingen heeft aangedragen die zijn situatie zouden veranderen. De rechtbank bevestigt deze niet-ontvankelijkverklaring en oordeelt dat eiser nog steeds internationale bescherming geniet in Oostenrijk, waar hij een verblijfsvergunning heeft. Eiser heeft aangevoerd dat de omstandigheden in Oostenrijk onacceptabel zijn en dat hij niet adequaat kan klagen over zijn situatie, maar de rechtbank oordeelt dat deze argumenten niet voldoende zijn om de niet-ontvankelijkheid te weerleggen. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat de opvolgende aanvraag niet kan worden behandeld, omdat er geen relevante nieuwe feiten zijn gepresenteerd. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en hij krijgt geen proceskostenvergoeding.