ECLI:NL:RBDHA:2025:15979

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
21 augustus 2025
Publicatiedatum
27 augustus 2025
Zaaknummer
AWB 25-8193
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen inhouding leefgeld door Centraal Orgaan opvang asielzoekers

In deze uitspraak van 21 augustus 2025 behandelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) om gedurende twee weken €14,87 per week van haar leefgeld in te houden. Dit besluit werd op 26 juni 2025 ingetrokken, waarna de rechtbank eiseres vroeg of zij haar beroep wilde handhaven. Eiseres bevestigde op 13 augustus 2025 dat zij het beroep wilde voortzetten. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres geen procesbelang meer heeft bij de beoordeling van haar beroep. De rechtbank legt uit dat zij alleen kan oordelen over besluiten en dat het ingetrokken besluit niet meer bestaat. Eiseres had bezwaar tegen de inhouding van haar leefgeld, maar het COa heeft dit besluit teruggedraaid, waardoor er geen inhoudelijke beoordeling meer nodig is. Eiseres kan wel een klacht indienen bij het COa over de situatie met betrekking tot haar koelkast, maar dit valt buiten de reikwijdte van de bestuursrechter. De rechtbank concludeert dat het beroep niet-ontvankelijk is en doet uitspraak zonder zitting, conform artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 25/8193

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
en

het bestuur van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, verweerder.

Inleiding

In deze uitspraak beslist de rechtbank over het beroep van eiseres tegen het bestreden besluit van verweerder van 13 maart 2025 om voor de duur van twee weken €14,87 per week van het leefgeld van eiseres in te houden.
Verweerder heeft het bestreden besluit op 26 juni 2025 ingetrokken. De rechtbank heeft eiseres daarom op 27 juni 2025 gevraagd of zij het beroep wil handhaven. Eiseres heeft de rechtbank op 13 augustus 2025 laten weten dat zij het beroep handhaaft.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

1. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, omdat eiseres geen (proces)belang meer heeft bij een beoordeling van haar beroep. Dat betekent dat de rechtbank vindt dat eiseres met dit beroep niet (meer) kan bereiken wat zij daarmee wil bereiken. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Heeft eiseres nog (proces)belang bij een beoordeling van haar beroep?
2. Eiseres schrijft aan de rechtbank dat zij haar beroep niet intrekt. Zij heeft namelijk tot op heden geen koelkast op de opvanglocatie en die had zij voorheen wel. Hierdoor is ook de situatie ontstaan die geleid heeft tot intrekking van haar leefgeld. Het ontbreken van een koelkast heeft verder invloed op de kwaliteit van leven voor haar en haar dochter in het opvangcentrum.
3. De bestuursrechter kan alleen oordelen over een besluit. [1] Bij eiseres was dat het besluit waarmee het COa haar leefgeld had ingehouden. Eiseres was het daar niet mee eens. Zij heeft daarom beroep ingesteld bij de rechtbank. Tijdens dit beroep heeft het COa het besluit ingetrokken. Het besluit bestaat niet meer. Omdat de bestuursrechter alleen oordeelt over een besluit, kan de rechtbank niet bepalen dat eiseres op de opvanglocatie een koelkast krijgt. Eiseres kan daarover een klacht indienen bij het COa. Eiseres heeft met haar beroep bereikt wat zij wilde bereiken: het COa heeft de inhouding van het leefgeld teruggedraaid. Eiseres heeft daarom geen procesbelang meer. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.

Conclusie en gevolgen

4. Het beroep is kennelijk niet-ontvankelijk. Daarom beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres verder niet meer inhoudelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 21 augustus 2025 door mr. S.E. van de Merbel rechter, in aanwezigheid van mr. S.D.C.J. Verheezen, griffier en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dat staat in artikel 8:1 van de Awb.