ECLI:NL:RBDHA:2025:15994
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
Deze uitspraak betreft het verzoek om een voorlopige voorziening in de zaak van een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 12 juni 2025 afgewezen, met het argument dat deze kennelijk ongegrond was. Verzoeker is het niet eens met deze afwijzing en heeft beroep ingesteld, waarbij hij tevens verzoekt om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 26 augustus 2025 behandeld, waarbij zowel verzoeker als zijn gemachtigden, alsook de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
In de uitspraak van de voorzieningenrechter wordt uiteengezet dat, gezien de uitspraak van dezelfde rechtbank op dezelfde dag in een andere zaak (zaaknummer NL25.27265), een voorlopige voorziening niet meer nodig is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af en stelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, in aanwezigheid van mr. M.A. Buikema, griffier, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.