ECLI:NL:RBDHA:2025:16008
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verantwoordelijkheid Duitsland
In de zaak met zaaknummer NL25.34268 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan. De zaak betreft een verzoeker die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft aangevraagd. De aanvraag is door de Minister van Asiel en Migratie niet in behandeling genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 19 augustus 2025 is de zaak behandeld, waarbij de verzoeker werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. F.S. Boedhoe, en een tolk, D.K. Ehigiene. De minister werd vertegenwoordigd door mr. I.A.G. Lodders.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in een andere zaak (NLNL25.34267) die betrekking heeft op het beroep van de verzoeker. Aangezien er inmiddels een uitspraak is gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. Het verzoek om een voorlopige voorziening is dan ook afgewezen. Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 26 augustus 2025 en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.