2.1.Tijdens de mondelinge behandeling op 27 oktober 2023, zoals gelast bij tussenvonnis van 20 september 2023, is met partijen besproken dat de kantonrechter voornemens is om een deskundige te benoemen die de schade van [eisende partij] als gevolg van het niet doorgaan van het evenement in kaart moet brengen. Nadat partijen de gelegenheid hebben gekregen om zich uit te laten over de persoon van de deskundige en de aan deze te stellen vragen, heeft de kantonrechter in het tussenvonnis van 10 januari 2024 drs. Ph.M. van Spaendonck benoemd tot deskundige ter beantwoording van de volgende vragen:
1. Kunt u vaststellen hoeveel kaarten er voor het festival zijn verkocht, uitgesplitst naar dag- en meerdaagse tickets?
2. Kunt u vaststellen wat het bezoekersaantal van het festival is per dag gegeven het aantal verkochte kaarten en een annuleringspercentage?
3. Kunt u vaststellen wat de gederfde winst van [eisende partij] zou zijn geweest bij dit bezoekersaantal?
4. Kunt u vaststellen wat de gederfde winst van [eisende partij] zou zijn geweest bij 500 bezoekers per dag (het evenement zou 3 dagen duren) oplopend met stappen van 500 tot 4.000 bezoekers per dag?
5. Kunt u vaststellen welke winst [eisende partij] heeft gerealiseerd met het festival op de alternatieve locatie in Wormerveer en welke winst [eisende partij] heeft gerealiseerd met het alternatieve optreden van Broederliefde in Scheveningen?
6. Kunt u vaststellen wat de totale door [eisende partij] gemaakte en betaalde kosten voor het organiseren van het festival op het terrein van ADO zijn?
7. Kunt u vaststellen in hoeverre [eisende partij] deze kosten had kunnen beperken (bijvoorbeeld door een en ander tijdig te annuleren)?
8. Kunt u vaststellen in hoeverre de gemaakte kosten voor het festival op het terrein van ADO ten goede zijn gekomen van het festival op de alternatieve locatie in Wormerveer en het alternatieve optreden van Broederliefde in Scheveningen?
9. Kunt u vaststellen wat de werkelijke schade van [eisende partij] is op basis van enkel de door hem gemaakte en betaalde kosten voor het organiseren van het festival op het terrein van ADO?
10. Kunt u vaststellen wat de werkelijke schade van [eisende partij] is wanneer er een vergelijking wordt gemaakt tussen de hypothetische situatie dat het festival op het terrein van ADO doorgang had gevonden en de werkelijke situatie waarbij het festival op de alternatieve locatie in Wormerveer heeft plaatsgevonden en Broederliefde een alternatief optreden in Scheveningen heeft gehouden?
11. Kunt u vaststellen hoeveel de schade van [eisende partij] bedraagt nu hij de uren die hij in de organisatie van deze rechtszaak (bestaande uit ten minste de voorbereiding ten behoeve van de dagvaarding, meer dan honderd contactmomenten met de gemachtigde, meewerken aan de opstelling van diverse aktes door bewijsstukken in te leveren, en via partner Rosenquist bijwonen van twee mondelinge behandelingen) heeft gestopt niet heeft kunnen aanwenden om festivals (100 à 120 uur per festival) te organiseren?
12. Kunt u vaststellen hoeveel de schade bedraagt nu [eisende partij] binnen zijn zeer bijzondere genre en thema van Latin festivals sinds juli 2022 niet meer wordt gezien als een betrouwbare partner en derhalve wordt geboycot door de scene; met andere woorden: [eisende partij] heeft diverse pogingen om festivals of andersoortige evenementen te organiseren zien stranden, omdat partijen (waaronder artiesten en andere contractspartijen ten aanzien van het gecancelde evenement) niet met hem willen samenwerken en daarbij refereren aan het gecancelde evenement? Dus: hoeveel inkomsten heeft [eisende partij] sinds juli 2022 moeten missen nu hij niet langer in staat is om festivals te organiseren, ervan uitgaande dat [eisende partij] 3 tot 4 kleinere festivals per jaar organiseerde en voornemens was grotere evenementen te organiseren zoals het gecancelde evenement?
13. Kunt u vaststellen hoeveel de schade van [eisende partij] bedraagt nu hij via zijn partner Rosenquist geld heeft moeten lenen om de reeds geleende bedragen ten behoeve van het niet geslaagde evenement terug te betalen? Concreet gaat het om een lening van respectievelijk € 33.345,- tegen een rentetarief van 6,2% op jaarbasis, met een looptijd van 120 maanden, en een van € 64.000,- tegen een rentetarief van 7,5% op jaarbasis, met een looptijd van 96 maanden.
14. Heeft u nog (andere) opmerkingen die bij de beoordeling van de onderhavige vordering van belang zouden kunnen zijn?