ECLI:NL:RBDHA:2025:16015

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2025
Publicatiedatum
28 augustus 2025
Zaaknummer
NL25.8224
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep niet-ontvankelijk wegens prematuur ingediende ingebrekestelling in asielzaak Sudan

In deze zaak heeft eiser, een vreemdeling uit Sudan, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de aanvraag op 19 oktober 2023 heeft ontvangen en dat hij uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag moet beslissen. Deze termijn is echter met negen maanden verlengd op basis van WBV 2023/34. Eiser heeft op 28 januari 2025 de minister in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling prematuur was, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter R.J.A. Schaaf, in aanwezigheid van griffier A.W. van Eerden.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.8224
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer] (gemachtigde: mr. A.D. Kupelian),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister, (gemachtigde: L. el Razouki).

Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiser heeft ingediend, omdat de minister volgens hem niet op tijd heeft beslist op zijn aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd (hierna: aanvraag).

Overwegingen

1. De rechtbank vindt het in deze zaak niet nodig om partijen uit te nodigen voor een zitting.1
2. Als een bestuursorgaan niet op tijd op een aanvraag beslist, dan kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene schriftelijk aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog moet worden beslist op zijn aanvraag (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na twee weken nog steeds geen besluit is genomen, dan kan de betrokkene beroep instellen.2
Is het beroep van eiser ontvankelijk?
3. De minister heeft de aanvraag op 19 oktober 2023 ontvangen. De minister moet uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag beslissen.3 De minister heeft deze termijn onder toepassing van WBV 2023/34 met negen maanden verlengd.
1. Artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2 Artikel 6:2, onder b, en 6:12, tweede lid, van de Awb.
3 Artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw).
4 Stcrt, 2023, 3235. Bij uitspraak van 16 februari 2024 (ECLI:NL:RBDHA:2024:1859) heeft deze zittingsplaats van de rechtbank de verlenging rechtmatig bevonden.
4. Eiser komt uit Sudan. Met ingang van 8 juli 2023 tot en met 6 juli 2024 gold voor Sudan een besluitmoratorium.5 Gedurende de tijd dat het besluitmoratorium van kracht was, besliste de minister niet op asielaanvragen van vreemdelingen uit dat land. De beslistermijn voor asielaanvragen die vóór of tijdens de werking van het besluitmoratorium werden ontvangen, is verlengd met één jaar tot ten hoogste 21 maanden.6
5. De minister diende uiterlijk op 19 juli 2025 te beslissen op de aanvraag
(19 oktober 2023 + zes maanden + negen maanden + één jaar, tot in totaal ten hoogste 21 maanden). Eiser heeft de minister op 28 januari 2025 in gebreke gesteld. Aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken, is de ingebrekestelling te vroeg ingediend. Het beroep is daarmee kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.A. Schaaf, rechter, in aanwezigheid van mr. A.W. van Eerden, griffier.
5 Stcrt. 2023, 18540 en Stcrt. 2024, 146.
6 Artikel 43, eerste lid, van de Vw en artikel 2 van het Besluit instellen besluitmoratorium en vertrekmoratorium vreemdelingen Sudan.
t