In deze zaak hebben eisers, [eiser] en [eiseres], een kort geding aangespannen tegen Achmea Bank N.V. met als doel de verwijdering van hun gegevens uit het Incidentenregister, het Externe Verwijzingsregister (EVR) en het Interne Verwijzingsregister (IVR). De eisers stellen dat zij slachtoffer zijn van hypotheekfraude, gepleegd door hun hypotheekadviseur, en dat zij onterecht in de registers zijn opgenomen. De rechtbank heeft op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan. De procedure begon met een dagvaarding op 30 juli 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 12 augustus 2025. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers in 2020 een woning hebben gekocht en een hypothecaire lening hebben afgesloten bij Achmea, waarbij onjuiste inkomensgegevens zijn verstrekt. Achmea heeft in 2024 een onderzoek gestart naar de verstrekte gegevens en heeft geconstateerd dat de inkomensgegevens sterk afwijken van de werkelijkheid. De rechtbank oordeelt dat de eisers verantwoordelijk zijn voor de aangeleverde gegevens en dat de registratie in de registers gerechtvaardigd is. De vorderingen van de eisers worden afgewezen, en zij worden veroordeeld in de proceskosten van € 1.999,00.