ECLI:NL:RBDHA:2025:16041
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een verzoek om voorlopige voorziening in het bestuursrecht met betrekking tot een verblijfssticker
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 27 augustus 2025, beoordeelt de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die op 5 februari 2025 is ingediend. Dit verzoek is gedaan in het kader van een bezwaar tegen de weigering van de minister van Asiel en Migratie om een verblijfssticker in het paspoort van verzoeker aan te brengen. De minister heeft het bezwaar op 12 maart 2025 ongegrond verklaard, waarna verzoeker beroep heeft ingesteld tegen dit besluit. De voorzieningenrechter stelt vast dat het verzoek om voorlopige voorziening niet voldoet aan het connexiteitsvereiste, omdat verzoeker ten tijde van de afdoening van het verzoek geen actieve beroepsprocedure meer had lopen tegen het besluit van de minister. Hierdoor is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing, conform de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht.