ECLI:NL:RBDHA:2025:16121

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
29 augustus 2025
Zaaknummer
NL25.4152
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep asielaanvraag wegens gebrek aan procesbelang

In deze zaak heeft eiseres op 28 januari 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar asielaanvraag, die op 23 september 2023 was ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft op 11 juli 2025 de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond. Eiseres heeft desgevraagd aangegeven het beroep te handhaven. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.

De rechtbank overweegt dat de minister inmiddels heeft beslist op de asielaanvraag van eiseres, waardoor er geen procesbelang meer is voor het beroep tegen het niet-tijdig nemen van een besluit. Dit leidt tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is wegens gebrek aan procesbelang. De rechtbank beperkt zich in haar oordeel tot de proceskostenveroordeling, aangezien ook bij een niet-ontvankelijk verklaring een proceskostenveroordeling mogelijk is, vooral als het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepschrift tegemoet is gekomen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister in de proceskosten van eiseres moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 453,50, gebaseerd op de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De rechtbank heeft de wegingsfactor 'licht' toegepast, omdat het beroep enkel betrekking had op het niet tijdig nemen van een besluit. De uitspraak is gedaan op 27 augustus 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Gasi, griffier, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.4152

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. R.E.J.M. van den Toorn),
en
de minister van Asiel en Migratie, [1] verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft op 28 januari 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar
asielaanvraag van 23 september 2023.
Bij besluit van 11 juli 2025 heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als ongegrond.
Desgevraagd heeft eiseres meegedeeld het beroep te handhaven.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Awb [2] uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Verweerder heeft beslist op de asielaanvraag van eiseres. Nu hiermee tegemoet is gekomen aan het beroep tegen het niet tijdig nemen van het besluit, heeft eiseres geen procesbelang meer. Dit beroep is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang.
2. Het oordeel van de rechtbank beperkt zich tot een uitspraak over de proceskostenveroordeling. Ook wanneer een beroep niet-ontvankelijk wordt verklaard, is een proceskostenveroordeling mogelijk. Dit is in het bijzonder het geval als het bestuursorgaan aan de indiener van het beroepsschrift is tegemoetgekomen. Gelet op wat hiervoor is overwogen, doet deze situatie zich hier voor.
3. Omdat eiseres vanwege het niet tijdig beslissen op haar asielaanvraag beroep heeft kunnen instellen, ziet de rechtbank aanleiding om verweerder te veroordelen in de door eiseres gemaakte proceskosten. De veroordeling van een partij in de proceskosten is geregeld in artikel 8:75 van de Awb en nader uitgewerkt in het Bpb. [3] Deze kosten worden voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vastgesteld op € 453,50 bestaande uit een punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907 en vermenigvuldigd met wegingsfactor 0,5 (licht). De rechtbank is van oordeel dat de wegingsfactor ‘licht’ van toepassing is omdat het beroep alleen ziet op het niet tijdig nemen van een besluit.

Beslissing

De rechtbank:
 verklaart het beroep niet-ontvankelijk;
 veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van
€ 453,50 (vierhonderddrieënvijftig euro en vijftig cent).
Deze uitspraak is gedaan op 27 augustus 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. M. Gasi, griffier, openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2.Algemene wet bestuursrecht.
3.Besluit proceskosten bestuursrecht.