ECLI:NL:RBDHA:2025:16144

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
29 augustus 2025
Zaaknummer
NL25.38321
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar verantwoordelijkheid Duitsland

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 28 augustus 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.B. van den Toorn-Volkers, had een asielaanvraag ingediend die door de minister van Asiel en Migratie niet in behandeling werd genomen, omdat Duitsland verantwoordelijk zou zijn voor de behandeling van de aanvraag. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet aan Duitsland zou worden overgedragen voordat er op het beroep was beslist.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan buiten zitting. Tijdens de beoordeling is vastgesteld dat het beroep met zaaknummer NL25.38320, waarop het verzoek om voorlopige voorziening betrekking had, inmiddels was afgedaan. Hierdoor was de noodzaak voor een voorlopige voorziening komen te vervallen, en werd het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.38321

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Inleiding

In het besluit van 13 augustus 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland daarvoor verantwoordelijk is.
Verzoeker heeft beroep (NL25.38320) ingesteld tegen het bestreden besluit. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat hij niet aan Duitsland wordt overgedragen voordat er op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak buiten zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. In de uitspraak van vandaag met zaaknummer NL25.38320 is het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft afgedaan. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 28 augustus 2025 door mr. E.F. Bethlehem, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. A.S. Hamans, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.