ECLI:NL:RBDHA:2025:16238
Rechtbank Den Haag
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake aanvraag woonvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 3 september 2025, staat de aanvraag van eiseres voor een woonvoorziening in de vorm van woningaanpassingen centraal. Eiseres, die volledig rolstoelgebonden is, had op 22 november 2022 een aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Deze aanvraag werd aanvankelijk afgewezen, maar na bezwaar werd een deel van de gevraagde aanpassingen alsnog toegekend. Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit, en de rechtbank heeft de zaak op 19 juni 2025 behandeld.
De rechtbank constateert dat er nog een geschilpunt is over de elektrisch verstelbare bovenkasten in de keuken. Eiseres heeft aangegeven dat het college dit punt niet zorgvuldig heeft onderzocht. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende gemotiveerd heeft waarom deze optie niet is overwogen. De rechtbank stelt dat het college de gelegenheid krijgt om het gebrek in het besluit te herstellen, waarbij het college nader onderzoek moet doen naar de beperkingen van eiseres en de mogelijkheden voor de aanpassingen. De rechtbank heeft een termijn van acht weken gesteld voor het college om het gebrek te herstellen en houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak.
De rechtbank benadrukt dat het college binnen twee weken moet meedelen of het gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen. De uitspraak is gedaan door rechter M.P. Verloop, in aanwezigheid van griffier H.J. Verspuij-Fung, en is openbaar uitgesproken op 3 september 2025.