Uitspraak
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
[eiser 7],
[eiser 8],
[eiser 9],
[eiser 10],
[eiser 11],
[eiser 12],
[eiser 13],
[eiser 14],
[eiser 15],
[eiser 16],
[eiser 17],
[eiser 18],
[eiser 19],
[eiser 20],
[eiser 21],
[eiser 22],
[eiser 23],
[eiser 24],
[eiser 25],
[eiser 26],
[eiser 27],
[eiser 28],
[eiser 29],
[eiser 30],
[eiser 31],
[eiser 32],
[eiser 33],
[eiser 34],
[eiser 35],
[eiser 36],
[eiser 37],
[eiser 38],
[eiser 39],
[eiser 40],
[eiser 41],
[eiser 42],
eisende partijen,
De Staat der Nederlanden (Ministerie van Buitenlandse Zaken, Ministerie van Defensie en Ministerie Van Asiel en Migratie),
1.De procedure
2.De beoordeling van het bevoegdheidsincident
Zonderdeze bepaling zou, in geval van een vordering tegen zowel de werkgever als de inlener, de kantonrechter de vordering tegen de inlener juist
moetenverwijzen naar team Handel, omdat die vordering dan niet tot de competentie van de kantonrechter zou behoren. Die onwenselijke situatie heeft de wetgever willen voorkomen.