ECLI:NL:RBDHA:2025:16318
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag afgewezen wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiseres, die door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eiseres behandeld op 7 augustus 2025, maar zowel eiseres als haar gemachtigde zijn niet verschenen. Na het sluiten van het onderzoek op die datum, heeft de rechtbank op 7 augustus 2025 het onderzoek heropend om verweerder in de gelegenheid te stellen te reageren op aanvullende beroepsgronden van eiseres. Verweerder heeft op 19 augustus 2025 een nieuw verweerschrift ingediend en meegedeeld dat eiseres op 11 augustus 2025 met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiseres heeft op 25 augustus 2025 bevestigd dat zij sinds juni 2025 geen contact meer heeft gehad met eiseres.
De rechtbank heeft vervolgens op 28 augustus 2025 het onderzoek opnieuw gesloten en zich de vraag gesteld of eiseres nog procesbelang heeft bij haar beroep. Gezien de verklaring van de gemachtigde en het feit dat eiseres met onbekende bestemming is vertrokken, concludeert de rechtbank dat eiseres geen rechtens te beschermen procesbelang meer heeft. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard en haar geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.