ECLI:NL:RBDHA:2025:16318

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
29 augustus 2025
Publicatiedatum
2 september 2025
Zaaknummer
NL25.9201
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Asielaanvraag afgewezen wegens vertrek met onbekende bestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiseres, die door de minister van Asiel en Migratie was afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank heeft het beroep van eiseres behandeld op 7 augustus 2025, maar zowel eiseres als haar gemachtigde zijn niet verschenen. Na het sluiten van het onderzoek op die datum, heeft de rechtbank op 7 augustus 2025 het onderzoek heropend om verweerder in de gelegenheid te stellen te reageren op aanvullende beroepsgronden van eiseres. Verweerder heeft op 19 augustus 2025 een nieuw verweerschrift ingediend en meegedeeld dat eiseres op 11 augustus 2025 met onbekende bestemming is vertrokken. De gemachtigde van eiseres heeft op 25 augustus 2025 bevestigd dat zij sinds juni 2025 geen contact meer heeft gehad met eiseres.

De rechtbank heeft vervolgens op 28 augustus 2025 het onderzoek opnieuw gesloten en zich de vraag gesteld of eiseres nog procesbelang heeft bij haar beroep. Gezien de verklaring van de gemachtigde en het feit dat eiseres met onbekende bestemming is vertrokken, concludeert de rechtbank dat eiseres geen rechtens te beschermen procesbelang meer heeft. Daarom heeft de rechtbank het beroep van eiseres niet-ontvankelijk verklaard en haar geen proceskostenvergoeding toegekend. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.9201

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres], eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. H.E. Visscher),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. C.J. Ohrtmann).

Procesverloop

Bij besluiten van 25 en 26 februari 2025 (de bestreden besluiten) heeft verweerder de asielaanvraag van eiseres afgewezen als kennelijk ongegrond.
Eiseres heeft tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 7 augustus 2025 op zitting behandeld. Eiseres, haar gemachtigde en verweerder zijn, met voorafgaand bericht, niet verschenen. De rechtbank heeft ter zitting het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft op 7 augustus 2025 het onderzoek heropend en verweerder in de gelegenheid gesteld te reageren op de aanvullende beroepsgronden van eiseres van 7 augustus 2025.
Verweerder heeft op 19 augustus 2025 nogmaals een verweerschrift ingediend. Ook heeft verweerder meegedeeld dat eiseres met onbekende bestemming is vertrokken.
Op verzoek van de rechtbank heeft de gemachtigde van eiseres op 25 augustus 2025 meegedeeld wanneer zij voor het laatst contact had met eiseres.
De rechtbank heeft op 28 augustus 2025 het onderzoek opnieuw gesloten.

Overwegingen

1. De rechtbank ziet zich voor de vraag gesteld of eiseres procesbelang heeft bij haar beroep.
2. Bij brief van 19 augustus 2025 heeft verweerder meegedeeld dat eiseres op 11 augustus 2025 met onbekende bestemming is vertrokken. Ter onderbouwing hiervan heeft verweerder een schermafbeelding van zijn registratieprogramma overgelegd.
3. De gemachtigde van eiseres heeft desgevraagd op 25 augustus 2025 meegedeeld dat zij voor het laatst contact heeft gehad met eiseres in juni 2025 en dat het haar vervolgens niet meer is gelukt om eiseres te bereiken.
4. Gelet op de toelichting van de gemachtigde van eiseres neemt de rechtbank aan dat eiseres geen prijs meer stelt op de door haar aanvankelijk gezochte bescherming. Gelet hierop heeft eiseres geen rechtens te beschermen procesbelang bij een beoordeling van het door haar ingestelde beroep.
5. Het beroep van eiseres is daarom niet-ontvankelijk.
6. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 29 augustus 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met de uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen 1 week na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.