ECLI:NL:RBDHA:2025:16392

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
4 september 2025
Zaaknummer
NL25.26124
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 augustus 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De zaak betreft een asielaanvraag van de verzoeker, die door de Minister van Asiel en Migratie op 11 juni 2025 in de algemene procedure kennelijk ongegrond is verklaard. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, is het niet eens met deze beslissing en vraagt de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 augustus 2025 behandeld, maar verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat er geen noodzaak is voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de aanverwante zaak met nummer NL25.26123. Hierdoor is het verzoek om voorlopige voorziening niet meer nodig en wordt het afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. F.J. Attema, en is openbaar gemaakt op 14 augustus 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.26124
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[verzoeker], V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. E.H. Bokhorst),
en

de Minister van Asiel en Migratie, verweerder (gemachtigde: mr. A. van Dijcks).

Samenvatting

Deze uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening gaat over de kennelijk ongegrond verklaring van de asielaanvraag van verzoeker. Verzoeker is het hier niet mee eens. Hij verzoekt daarom om een voorlopige voorziening en voert daartoe een aantal gronden aan. Hij heeft ook beroep ingesteld.
De voorzieningenrechter wijst in deze uitspraak het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe hij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

3. Verzoeker heeft een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. De minister heeft met het bestreden besluit van 11 juni 2025 deze aanvraag in de algemene procedure kennelijk ongegrond verklaard. Verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen.
4. De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van NL25.26123, op 7 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van de minister. Verzoeker en de gemachtigde van verzoeker waren niet aanwezig.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

5. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.26123, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. F.J. Attema, griffier.
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
14 augustus 2025

Documentcode: [Documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.