ECLI:NL:RBDHA:2025:16392
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 14 augustus 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De zaak betreft een asielaanvraag van de verzoeker, die door de Minister van Asiel en Migratie op 11 juni 2025 in de algemene procedure kennelijk ongegrond is verklaard. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E.H. Bokhorst, is het niet eens met deze beslissing en vraagt de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 7 augustus 2025 behandeld, maar verzoeker en zijn gemachtigde waren niet aanwezig. De voorzieningenrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat er geen noodzaak is voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag een uitspraak is gedaan in de aanverwante zaak met nummer NL25.26123. Hierdoor is het verzoek om voorlopige voorziening niet meer nodig en wordt het afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. Catsburg, in aanwezigheid van griffier mr. F.J. Attema, en is openbaar gemaakt op 14 augustus 2025. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.