ECLI:NL:RBDHA:2025:16396
Rechtbank Den Haag
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing visumaanvraag kort verblijf wegens onvoldoende sociale en economische binding met Marokko
In deze zaak heeft eiseres, een Marokkaanse vrouw, beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvragen voor een visum kort verblijf om haar echtgenoot te bezoeken. De aanvragen zijn door de Minister van Buitenlandse Zaken afgewezen op basis van redelijke twijfel over haar intentie om Nederland tijdig te verlaten, omdat er onvoldoende sociale en economische binding met Marokko zou zijn. De rechtbank heeft de zaak op 7 augustus 2025 behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister terecht heeft afgezien van een hoorzitting in de bezwaarfase, omdat eiseres onvoldoende bewijs heeft geleverd van haar binding met Marokko. De rechtbank concludeert dat de beroepen van eiseres ongegrond zijn, omdat de minister op basis van de beschikbare informatie kon concluderen dat er redelijke twijfel bestond over haar terugkeer. De rechtbank heeft de uitspraak openbaar uitgesproken en aangegeven dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen deze beslissing.