ECLI:NL:RBDHA:2025:16399
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvragen van Somaliërs met vrees voor Al Shabaab en herbesnijdenis
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, zijn de asielaanvragen van een moeder en haar zoon afgewezen. De eisers, van Somalische nationaliteit, hebben op 17 april 2025 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvragen op 11 en 15 april 2025 afgewezen, omdat de minister de vrees voor vervolging door Al Shabaab en de vrees voor herbesnijdenis niet aannemelijk achtte. De rechtbank heeft de beroepen op 13 augustus 2025 gezamenlijk behandeld. De rechtbank concludeert dat de afwijzing van de asielaanvragen in stand kan blijven. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende gemotiveerd heeft waarom de door eisers gestelde problemen met Al Shabaab ongeloofwaardig zijn. De rechtbank stelt vast dat de identiteit, nationaliteit en herkomst van eisers geloofwaardig zijn, maar dat er geen gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op ernstige schade bij terugkeer naar Somalië is. De rechtbank heeft ook de medische omstandigheden van eiseres en haar dochter beoordeeld, maar concludeert dat er geen juridische grondslag is voor een verlening van een vergunning op medische gronden. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond en wijst de verzoeken om vergoeding van proceskosten af.