ECLI:NL:RBDHA:2025:16442

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
4 september 2025
Zaaknummer
C/09/629949 / HA ZA 22-452
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op merkrechten door gebruik van het teken NOMADIK door Nomadik

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen THE NOMAD COMPANY B.V. en NOMADIK STRETCH TENTEN B.V. over inbreuk op merkrechten. De eisende partij, Nomad Company, stelt dat Nomadik inbreuk maakt op haar merkrechten door producten aan te bieden onder het teken NOMADIK, wat verwarring kan veroorzaken bij het publiek. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een aanzienlijke mate van overeenstemming tussen de merken en dat de producten in hoge mate soortgelijk zijn. De rechtbank oordeelt dat er reëel verwarringsgevaar bestaat, vooral gezien het feit dat het publiek de producten niet direct kan vergelijken. De rechtbank heeft de vorderingen van Nomad Company grotendeels toegewezen, inclusief een verbod op verdere inbreuk en schadevergoeding. De rechtbank heeft ook bepaald dat Nomadik de kosten van de procedure moet vergoeden, en heeft dwangsommen opgelegd voor eventuele toekomstige overtredingen.

Uitspraak

RECHTBANK Den Haag

Civiel recht
Zaaknummer: C/09/629949 / HA ZA 22-452
Vonnis van 3 september 2025
in de zaak van
THE NOMAD COMPANY B.V.,
te Nootdorp,
eisende partij,
advocaat: mr. P.S. Trapman te Rotterdam,
tegen
NOMADIK STRETCH TENTEN B.V.,
te 's-Gravenhage,
gedaagde partij,
advocaat: mr. C.S. Mastenbroek te Amsterdam.
Partijen worden hierna aangeduid als Nomad Company en Nomadik.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 20 mei 2022, met producties EP01 t/m EP21;
- de brief van Nomad Company van 9 juni 2022, met productie EP05II en een aangepaste productielijst (EP01 t/m EP20);
- de conclusie van antwoord, met producties GP01 t/m GP15;
- het tussenvonnis van 23 november 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte inbrengen producties van Nomadik, met producties GP16 t/m GP19;
- het e-mailbericht van 10 mei 2023 van Nomad Company met productie EP20.ii (aanvullend proceskostenoverzicht);
- het e-mailbericht van 10 mei 2023 van Nomadik met productie GP20 (aanvullend proceskostenoverzicht);
- de mondelinge behandeling van 11 mei 2023, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Na de inhoudelijke behandeling van de zaak hebben partijen verzocht de zaak aan te houden voor schikkingsonderhandelingen. Partijen hebben de rechtbank vervolgens verzocht vonnis te wijzen. Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Nomad Company is een in 1978 opgerichte Nederlandse onderneming en produceert reis- en campingproducten, zoals met name slaapzakken, rugzakken en tenten. De producten van Nomad Company worden wereldwijd, dus ook in Europa en Nederland, in (web)winkels aangeboden en verkocht.
2.2.
Nomad Company is houdster van onder meer de volgende merkinschrijvingen (hierna gezamenlijk aangeduid als: de Nomad-Merken):
2.3.
Nomad Company biedt onder meer de volgende tenten aan.
2.4.
Nomadik is een dochtervennootschap van Nomadik Stretch Tents CC, dat in 2002 in Johannesburg (Zuid-Afrika) is opgericht (hierna te noemen: Nomadik ZA). Uit de (hierna onder 2.6 genoemde) websites blijkt dat Nomadik ZA een wereldwijd erkende fabrikant en leverancier van een stretchtent in hoogwaardige kwaliteit is en bedient zij klanten in Afrika en Europa.
2.5.
In 2017 heeft Nomadik ZA de Nederlandse onderneming Nomadik opgericht, die zich blijkens een uittreksel uit het register van de Kamer van Koophandel bezighoudt met onder meer het drijven van een groothandel in kampeerartikelen (geen caravans) en de verhuur van sport- en recreatieartikelen. Nomadik verleent diensten op het gebied van de verhuur van tenten, het verkopen van tenten en het produceren van tenten op maat.
2.6.
Nomadik biedt haar diensten onder het teken NOMADIK (hierna: het Teken) aan via Europese websites www.nomadiktents.nl, www.nomadiktent.de, www.nomadiktents.fr en www.nomadiktents.es (hierna gezamenlijk aangeduid als: de Websites), alsook via diverse social media kanalen. Op de Websites is onder meer het volgende te zien:
2.7.
De bestuurder van Nomadik, dhr. [naam] , is houder van het Uniewoordmerk NOMADIK (hierna: het NOMADIK-Merk), ingeschreven op 8 augustus 2014 onder inschrijvingsnummer 013155379 voor waren en diensten in klasse 22 (tenten, luifels, zonwering en stretchtenten) en in klasse 43 (verhuur van tenten, verhuur van luifels, verhuur van zonwering en verhuur van stretchtenten). Op het moment dat de mondelinge behandeling in deze zaak heeft plaatsgevonden (11 mei 2023), was de beschrijving in de merkregistratie aangepast, in die zin dat zowel bij klasse 22 als bij klasse 43 ‘not for camping’ wordt vermeld.
2.8.
Nomad Company heeft Nomadik op 22 maart 2021 een brief gestuurd, waarin zij Nomadik onder meer sommeert om de inbreuk op de NOMAD-Merken en haar oudere handelsnaamrechten te staken en aanspraak maakt op schadevergoeding. Bij brief van 21 mei 2021 heeft Nomadik te kennen gegeven dat zij niet zal voldoen aan de sommatie, omdat er naar haar mening geen sprake is van merkinbreuk of inbreuk op handelsnaamrechten van Nomad Company. Nadien hebben partijen nog geprobeerd een minnelijke regeling te treffen, maar dat is niet gelukt.

3.Het geschil

3.1.
Nomad Company vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
1. voor recht verklaart dat Nomadik inbreuk heeft gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten van Nomad Company, meer specifiek op de Nomad-Merken, door de verhandeling van de producten onder gebruikmaking van het Teken en het Nomadik-Merk, waardoor Nomadik schadeplichtig is;
2) Nomadik beveelt iedere inbreuk op de Nomad-Merken te staken en gestaakt te houden;
3) Nomadik veroordeelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis aan Nomad Company een schriftelijke, door een gediplomeerde, onafhankelijke administrateur gecontroleerde en gewaarmerkte opgave te doen van diverse in de dagvaarding nader aangeduide gegevens;
4) Nomadik beveelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis in de gehele Europese Unie, op kosten van Nomadik, alle producten met daarop het Teken die zij hebben geleverd direct terug te roepen, onder vermelding van de in de dagvaarding weergegeven rectificatietekst en onder toezending van alle kopieën van deze berichten aan de advocaten van Nomad Company;
5) Nomadik beveelt om binnen 14 dagen na betekening van dit vonnis de Domeinnamen, waaraan de Websites zijn verbonden, te weten www.nomadiktents.nl, www.nomadiktent.de, www.nomadiktents.fr en www.nomadiktents.es over te dragen aan Nomad Company;
6) Nomadik bij gebreke van een correcte en/of tijdige overdracht zoals onder 5) gevorderd, machtigt om de overdacht van de Domeinnamen te realiseren;
7) Nomadik veroordeelt om aan Nomad Company de schade te vergoeden die zij heeft geleden en onverhoopt nog verder zal lijden ten behoeve van de inbreuk van Nomadik op de intellectuele eigendomsrechten van Nomad Company, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van voldoening;
8) Nomadik veroordeelt tot betaling aan Nomad Company van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere overtreding van de onder 3) en/of 5) [1] opgelegde veroordelingen en een dwangsom van € 5.000,- voor iedere dag, een deel van een dag daaronder begrepen, dat een overtreding voortduurt;
9) Nomadik veroordeelt in de kosten van deze procedure, overeenkomstig artikel 1019h Rv [2] , vermeerderd met de wettelijke rente vanaf zeven dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van voldoening.
3.2.
Nomad Company legt aan deze vordering ten grondslag dat Nomadik met het gebruik van het Teken inbreuk maakt op de NOMAD-Merken zoals bedoeld in artikel 2.20 lid 2 sub b en c BVIE [3] en artikel 9 lid 2 sub b en c UMVo [4] (in de beoordeling worden de gestelde inbreuk op het bepaalde sub b van beide artikelen samen genoemd: sub b-inbreuk). Het gebruik van de domeinnamen door Nomadik is eveneens merkinbreuk, althans is het ander gebruik in de zin van 2.20 lid 2 sub d BVIE.
3.3.
Nomadik voert gemotiveerd verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen en veroordeling van Nomad Company in de kosten van deze procedure op de voet van artikel 1019h Rv, vermeerderd met de wettelijke rente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover relevant, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Bevoegdheid
4.1.
Voor zover de vorderingen zijn gegrond op Uniemerken en internationale merkregistraties met gelding in de Europese Unie, is deze rechtbank bevoegd om van het geschil kennis te nemen op grond van artikel 123 lid 1, 124 aanhef en onder a en 125 lid 1 UMVo, in verbinding met artikel 3 van de Uitvoeringswet EG-Verordening inzake het Gemeenschapsmerk, aangezien Nomadik in Nederland is gevestigd. Deze bevoegdheid strekt zich op grond van artikel 126 lid 1 sub a UMVo uit tot (dreigende) merkinbreuk in de gehele Europese Unie.
4.2.
Voor zover Nomad Company zich jegens Nomadik beroept op Benelux-Merken, geldt evenzeer dat deze rechtbank bevoegd is, aangezien Nomadik in dit arrondissement is gevestigd. Deze bevoegdheid geldt voor de gehele Benelux.
Inbreuk “sub b”?
4.3.
Van de aan de vorderingen ten grondslag gelegde sub b-inbreuk is sprake als het betrokken teken gelijk is aan of overeenstemt met het merk en wordt gebruikt voor het aanbieden van dezelfde of overeenstemmende waren of diensten als die waarvoor het merk is in geschreven, indien daardoor bij het in aanmerking komende publiek van de desbetreffende waren of diensten (directe of indirecte) verwarring kan ontstaan. De vraag of sprake is van verwarringsgevaar dient globaal te worden beoordeeld aan de hand van de totaalindruk die het merk en het teken wekken bij het relevante publiek, bestaande uit de normaal geïnformeerde en redelijk oplettende en omzichtige gemiddelde consument van de betrokken waren of diensten. Hierbij moeten alle relevante omstandigheden van het concrete geval in acht worden genomen, met name de mate van overeenstemming tussen het merk en het teken, de (mate van) overeenstemming van de betrokken waren of diensten en het - intrinsiek of door gebruik verkregen - onderscheidend vermogen van het merk. De mate van overeenstemming tussen merk en teken wordt bepaald aan de hand van een visuele, auditieve en begripsmatige vergelijking, waarbij in het bijzonder rekening moet worden gehouden met de onderscheidende en dominerende bestanddelen. Deze globale beoordeling van het verwarringsgevaar veronderstelt een zekere onderlinge samenhang tussen de in aanmerking te nemen factoren en met name de overeenstemming van de conflicterende tekens c.q. soortgelijkheid van de waren of diensten waarop zij betrekking hebben. Zo kan een geringe mate van soortgelijkheid van de betrokken waren of diensten worden gecompenseerd door een hoge mate van overeenstemming van de tekens, en omgekeerd. [5]
Het relevante publiek
4.4.
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van overeenstemming tussen een teken en een ouder merk, van (soort)gelijkheid van waren en/of diensten en van verwarringsgevaar moet worden uitgegaan van de perceptie van het relevante publiek: de gemiddeld geïnformeerde en omzichtige gewone consument van de betrokken waren en/of diensten.
4.5.
Nomad Company stelt dat de gewone consument het algemene publiek is, terwijl Nomadik aanvoert dat zij zich richt op B2B verkoop. Haar klanten zijn evenementen- en hospitalitybedrijven. 90% van haar klantenwerving vindt plaats via distributeursnetwerken in elk land van Europa. Die netwerken bestaan voornamelijk uit evenementenbedrijven die een bestaande voorraad stretchtenten hebben die ze verhuren of op andere wijze willen aanbieden aan hun klanten, organisatoren van events of horecaondernemers. Stretchtenten zijn niet te koop via de conventionele retailkanalen. Ze worden vooral direct verkocht aan evenementen organisatoren, horecaondernemers en hun leveranciers. Ze zijn voorts relatief kostbaar (haar prijzen beginnen voor de kleinste stretchtent bij € 1875+1250 levering- en importkosten dus rond € 3100 in totaal, maar de grote tenten kosten snel vele tienduizenden euro’s) waardoor het publiek oplettend zal zijn.
4.6.
De rechtbank overweegt met Nomad Company dat niettemin dergelijke afnemers zich ook op de markt begeven waarin Nomad Company opereert, bijvoorbeeld als zij in privé op zoek zijn naar kampeerartikelen en tenten. Terecht benoemt Nomad Company voorts dat het algemene publiek dat een evenement met stretchtent bezoekt, het teken kan waarnemen. De rechtbank gaat daarom uit van gebruik van het teken in de richting van het algemene publiek. Met name gelet op het vrij hoge prijssegment, stelt Nomadik naar het oordeel van de rechtbank evenwel terecht dat dit algemene publiek een grotere oplettendheid zal hebben dan gemiddeld. Ook de tenten van Nomad Company zijn niet goedkoop en beginnen bij € 479 tot € 1499.
Overeenstemming teken en oudere merk?
4.7.
De (globale) beoordeling van het verwarringsgevaar dient te berusten op de totaalindruk die door het teken en het oudere merk wordt opgeroepen, waarbij onder meer rekening moet worden gehouden met de onderscheidende en dominante bestanddelen. Hierbij is van belang dat de nadruk moet worden gelegd op de punten van overeenstemming, in plaats van op verschilpunten. [6]
4.8.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn de Nomad-Merken en het teken in aanzienlijke mate overeenstemmend, zowel in visueel, auditief als begripsmatig opzicht. Indien wordt gekeken naar de ingeroepen woordmerken, is feitelijk het verschil slechts de toevoeging van “ik” aan het einde van het teken (bij gebruik zonder logo). Dat maakt echter niet dat er onvoldoende overeenstemming zou zijn. Het is een kleine toevoeging en bovendien aan het einde van het teken, waarop de aandacht van het publiek minder is gericht volgens vaste rechtspraak. Nomad Company wijst voorts terecht op een aanzienlijk aantal beroepszaken waarin werd geconcludeerd dat ondanks dat bij het teken twee letters waren toegevoegd aan het eind, niettemin sprake was van (aanzienlijke) overeenstemming:
Patou / Patoune [7] , Fluid / Fluidfx [8] , Batex / Batexia [9] .Hierbij komt dat “ik” bij uitspraak het in aanmerking te nemen publiek begripsmatig zal doen denken aan het bijvoeglijke naamwoord van nomad of nomade, een reizend volk (zonder vaste woonplaats).
4.9.
Nomadik heeft zich er op beroepen dat de Nomad-merken beschrijvend zouden zijn, stellende dat een dergelijk reizend volk ook tenten gebruikt. De rechtbank is het evenwel met het Gerecht eens dat de Nomad-merken niet beschrijvend zijn. [10] Kort gezegd, is aan te nemen dat het woord ‘nomad’ als zodanig nogal vaag is, zodat het publiek reeds daarom niet onmiddellijk zal denken aan een beschrijving van een producteigenschap (zie r.o. 75 van het arrest). Daarbij komt dat een persoon die af en toe reist (en terugkeert naar zijn/haar woonplaats) is te onderscheiden van een persoon of stam zonder vaste woonplaats die in vrijheid van plaats naar plaats reist (zie r.o. 89 van het arrest). Hoogstens kan ‘nomad’ worden opgevat als een verwijzing naar avontuur en vrijheid (zie r.o. 90 van het arrest). De omstandigheid dat het arrest van het Gerecht niet ziet op tenten, maakt het voorgaande niet anders. De rechtbank ziet niet in dat voor reistassen, rugzakken, slaapzakken en -matten, die derhalve evenzeer zien op (kampeer)reizen en waarop het arrest wel zag, tot een ander resultaat zou moeten worden gekomen dan voor tenten. Er is dan ook vanuit te gaan dat de Nomad-merken een aanzienlijke onderscheidende kracht hebben.
4.10.
De aanzienlijke mate van overeenstemming wordt niet weggenomen door de door Nomadik nog verder genoemde verschillen, zoals waar de klemtoon valt en dat de ‘k’ een fantasie-element toevoegt. Daarvoor zijn de overeenkomsten te groot. Het door Nomadik gebruikte logo maakt geen wezenlijk verschil in de analyse, al niet omdat het logo visueel zeker niet zoveel toevoegt dat daarmee de auditieve en begripsmatige overeenstemming zou zijn gecompenseerd.
Gelijke of soortgelijke/overeenstemmende waren?
4.11.
Bij de beoordeling van de (soort)gelijkheid van de betrokken waren moet rekening worden gehouden met alle relevante factoren die betrekking hebben op de verhouding tussen de waren waarvoor het teken is gedeponeerd en waarvoor het oudere merk is ingeschreven, zoals de aard, de bestemming en het gebruik (in het algemeen) en het concurrerende dan wel complementaire karakter ervan. Het gaat erom of tussen de te beoordelen waren zodanige punten van verwantschap bestaan dat, met inachtneming van de bestaande handelsgebruiken, te verwachten valt dat het in aanmerking komende publiek aan die soort waren dezelfde herkomst zou kunnen toekennen.
4.12.
De rechtbank overweegt dat voor beide producten geldt dat ze in het gewone spraakgebruik worden aangeduid met ‘tent’, gelijk ook partijen hebben gedaan. In zoverre vallen de waren dan ook in dezelfde categorie. Bovendien is van belang dat de tenten uit min of meer dezelfde bestanddelen bestaan, te weten een tentdoek (al dan niet van rekbare stof) met tentstokken, haringen, scheerlijnen en dergelijke. Daarmee is de soortgelijkheid in beginsel gegeven. Dat de tenten een andere grootte en bestemming hebben, namelijk voor kamperen (om te overnachten) respectievelijk voor evenementen, en een (deels, zie hiervoor) ander publiek, doet aan die soortgelijkheid iets af (i.e. het zijn geen identieke waren) maar maakt niet dat er geen sprake is van (grote) soortgelijkheid. Hierbij valt voorts bepaald niet uit te sluiten dat het publiek zal denken dat een producent van kampeertenten zich tevens op de professionelere markt van evenementtenten zal begeven. Als gezegd, de gebruikte materialen zijn – aangepast aan de hogere vereisten – grotendeels hetzelfde. De vergelijking die Nomadik maakt tussen een rubberboot en een containerschip (beide een vaartuig) gaat mank op het voorgaande, nog daargelaten dat ook voor die twee vaartuigen zal gelden dat er sprake is van complementariteit, omdat op een containerschip ook vaak rubberbootjes zullen zijn als bijvoorbeeld reddingsvaartuig.
4.13.
In dit verband merkt de rechtbank tot slot op dat Nomadik geen vordering in reconventie heeft gericht op doorhaling wegens niet normaal gebruik voor een bepaald type tenten. Indien er immers zoals zij stelt een zinnig merkenrechtelijk onderscheid is te maken tussen kampeertenten enerzijds en professionele (stretch)tenten voor evenementen en dergelijke anderzijds, waardoor de warencategorie ‘tenten’ in haar ogen te ruim zou zijn, had dit voor de hand gelegen. De rechtbank dient daarom in dit geding uit te gaan van die ruime categorie.
4.14.
De rechtbank is zodoende van oordeel dat er sprake is van zeer aanzienlijke soortgelijkheid tussen de waren.
Verwarringsgevaar tussen het teken en het oudere merk?
4.15.
Bij de beoordeling van de vraag of een teken en een (ouder) merk zodanig overeenstemmen dat daardoor bij het in aanmerking komende publiek van de desbetreffende waren en/ of diensten directe of indirecte verwarring kan ontstaan, moet in aanmerking worden genomen dat het verwarringsgevaar globaal dient te worden beoordeeld volgens de algemene indruk die het teken en het (oudere) merk bij de gemiddelde consument van de betrokken waren en/of diensten, in casu het grote publiek, achterlaten, met inachtneming van de relevante omstandigheden van het geval, zoals de onderlinge samenhang tussen de overeenstemming van het teken en het merk en de soortgelijkheid van de betrokken diensten en het onderscheidend vermogen van het (oudere) merk. Er dient sprake te zijn van reëel verwarringsgevaar.
4.16.
Deze maatstaf toepassend is de rechtbank van oordeel dat sprake is van reëel verwarringsgevaar. Er is sprake van een aanzienlijke mate van overeenstemming tussen merk en teken en de waren zijn in zeer aanzienlijke mate soortgelijk. Reeds op die grond kan een gevaar voor verwarring worden aangenomen dat het publiek kan menen dat de waren van dezelfde of minst genomen verbonden ondernemingen afkomstig zijn. Dit geldt temeer omdat het publiek merk en teken niet rechtstreeks zal kunnen vergelijken en daardoor het kleine verschil niet zal opmerken, zelfs als het gaat om oplettend publiek. Er is tevens sprake van een aanzienlijke kans op post-sale verwarring, zodra het publiek dat een event bezoekt het teken waarneemt. Ook al is het publiek dat de producten van Nomadik aanschaft wellicht professioneel en meer oplettend, dat geldt niet voor het publiek dat een event bezoekt. Hieraan doet niet af dat het teken niet altijd of klein op de tenten van Nomadik staat. In de gevallen dat het er wel op staat doet het voornoemde risico opgeld en niet is gesteld dat het teken zo klein is dat het niet kan worden opgemerkt. Dat laatste lijkt ook niet logisch want het doel om het teken/logo op de tenten te zetten is vanzelfsprekend dat het wordt opgemerkt. Tevens acht de rechtbank relevant dat het publiek kan menen dat Nomad Company van kampeertenten en -spullen haar vleugels heeft uitgeslagen over het meer professionele tentensegment van Nomadik (of vice versa).
Slotsom, de vorderingen en proceskosten
4.17.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat Nomadik inbreuk maakt op de merkrechten van Nomad Company (sub b grondslag). De sub c grondslag behoeft geen behandeling. De gevorderde verklaring voor recht en het gevorderde inbreukverbod, alsmede opgave (vanaf de sommatiebrief van 22 maart 2021, zie r.o. 2.8) zijn toe te wijzen, de laatste twee met een uitlooptermijn van drie maanden, gelet op het feit dat Nomadik al lange tijd op de markt is (onweersproken sinds ongeveer 2011) en er kennelijk tot voor kort geen reden was om tegen haar op te treden. De gevraagde recall voor vernietiging wordt geweigerd als disproportioneel, gelet wederom op het feit dat Nomadik al lange tijd op markt is, er kennelijk tot voor kort geen reden was om tegen haar op te treden, en de producten een aanzienlijke waarde vertegenwoordigen. Omdat Nomad Company haar stelling dat Nomadik rechthebbende is op de domeinnamen, gelet op de betwisting door Nomadik, onvoldoende heeft gemotiveerd/onderbouwd, dient de vordering tot overdracht te worden afgewezen. Aannemelijk is dat Nomad Company enige schade heeft geleden, zodat de gevraagde schade op te maken bij staat kan worden toegewezen (vanaf de sommatiebrief van 22 maart 2021, zie r.o. 2.8).
4.18.
Oplegging van dwangsommen, als stimulans tot nakoming van de te geven beslissing, is aangewezen. De op te leggen dwangsommen zullen worden gematigd en gemaximeerd.
4.19.
Nomadik zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van Nomad Company. Nomad Company vordert vergoeding van de volledige proceskosten als bedoeld in artikel 1019h Rv ter hoogte van een bedrag van € 19.152,00, hetgeen zij heeft gespecificeerd. Deze zaak is ter handhaving van intellectuele eigendomsrechten in de zin van artikel 1019 Rv. Teneinde de redelijkheid en evenredigheid van de opgevoerde kosten te kunnen beoordelen, wordt aansluiting gezocht bij de Indicatietarieven in IE-zaken (versie 1 april 2017). De daarin vermelde tarieven worden geacht redelijk en evenredig te zijn. Deze zaak valt onder de categorie normale zaak met een maximumtarief van € 17.500,-. De rechtbank ziet geen reden hiervan af te wijken. Dat bedrag zal daarom worden toegewezen. Het bedrag voor salaris advocaat van € 17.500,- wordt verhoogd met € 676,- aan griffierecht, € 103,33 aan deurwaarderskosten en € 178,- aan nakosten (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing), waarmee het totaalbedrag uitkomt op € 18.457,33.
4.20.
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

5.1.
Verklaart voor recht dat Nomadik inbreuk heeft gemaakt op de intellectuele-eigendomsrechten van Nomad Company, meer specifiek op de Nomad-merken, door de verhandeling van de producten in de Europese Unie onder gebruikmaking van het Teken (NOMADIK), waardoor Nomadik schadeplichtig is;
5.2.
beveelt Nomadik iedere inbreuk op de Nomad-merken na verloop van drie maanden na betekening van dit vonnis te staken en gestaakt te houden, meer in het bijzonder door te staken en gestaakt te houden iedere inbreuk op de Nomad-merken in de gehele Europese Unie, waaronder door het (doen) verkopen, te koop (doen) aanbieden, (doen) leveren, (doen) gebruiken dan wel in voorraad (doen) hebben van producten met daarop aangebracht het Teken (NOMADIK), alsook ieder ander gebruik van het Teken (NOMADIK) voor het aanbieden van tenten, verhuur van tenten en aanverwante diensten te staken en gestaakt te houden, onder meer op de sociale media kanalen en websites van gedaagde, alsook ieder ander gebruik van een teken dat identiek is aan of overeenstemt met de Nomad-merken voor identieke of soortgelijke waren en of diensten als waarvoor de Nomad-merken zijn ingeschreven te staken en gestaakt te houden;
5.3.
veroordeelt Nomadik om uiterlijk binnen drie maanden na betekening van dit vonnis, aan Nomad te doen toekomen een schriftelijke, door een gediplomeerde, onafhankelijke administrateur gecontroleerde en gewaarmerkte opgave van de volgende informatie (ziende op de periode vanaf 22 maart 2021 tot heden, ten aanzien van de Europese Unie):
a. de afnemers (voor zover bekend), alsmede de verkochte aantallen, nummers, prijzen, leverdata en afleveradressen van de producten met daarop aangebracht en/of aangehecht op enigerlei wijze het Teken (NOMADIK), zulks gerangschikt per afnemer, onder overlegging van kopieën van de daarop betrekking hebbende facturen en onder mededeling van adres(sen), e-mailadres(sen), telefoon- en faxnummer(s) van de afnemers;
b. de bij gedaagde nog aanwezige voorraad van producten met daarop aangebracht en/of aangehecht op enigerlei wijze het Teken (NOMADIK) onder vermelding van de locatie waar deze zich bevinden, alsmede de aantallen van deze producten;
c. de met de producten met daarop aangebracht en/of aangehecht op enigerlei wijze het Teken (NOMADIK) gemaakte omzet en winst, alsmede de verschillende ter berekening van de winst op de omzet in mindering gebrachte kostenposten, voorzien van duidelijke en gedetailleerde schriftelijke bewijsstukken van iedere kostenpost;
5.4.
veroordeelt Nomadik om aan Nomad te vergoeden de schade die zij vanaf 22 maart 2021 heeft geleden en nog verder zal lijden ten gevolge van de inbreuk door Nomadik op de Nomad-merken, een en ander nader op te maken bij staat en te vereffenen zoals voorzien in de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, tot aan de dag der algehele voldoening;
5.5.
veroordeelt Nomadik tot betaling aan Nomad van een dwangsom van EUR 25.000,- (zegge:
vijfentwintigduizend euro) ineens voor ieder overtreding van de onder 5.2 en 5.3 opgelegde veroordelingen en een dwangsom van EUR 5.000 (zegge:
vijfduizend euro) voor iedere dag, een gedeelte van een dag daaronder begrepen, dat een overtreding voortduurt, met een maximum van EUR 200.000,-;
5.6.
veroordeelt Nomadik in de kosten van het geding ex artikel 1019h Rv, te begroten op € 18.457,33, plus de kosten van betekening als Nomadik niet tijdig aan de veroordeling voldoet en dit vonnis daarna wordt betekend, een en ander te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf zeven dagen na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
5.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad, met uitzondering van het in 5.1. verklaarde;
5.8.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.F. Brinkman en in het openbaar uitgesproken op 3 september 2025.

Voetnoten

1.De rechtbank begrijpt, gelet ook op de toelichting in de dagvaarding (nr. 94) dat Nomad Company zekerheid wil voor de toekomst dat Nomadik niet “wéér inbreuk maakt op haar rechten”, dat bedoeld is dat de dwangsom ook op het sub 2 gevorderde verbod zou zien.
2.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
3.Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom (merken en tekeningen of modellen)
4.Verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk
5.Zie het arrest van het Hof van Justitie van 4 maart 2020, C 328/18 P, ECLI:EU:C:2020:156 (EUIPO / Equivalenza Manufactory) en de daarin genoemde rechtspraak.
6.HR 16 april 1999,
7.BBIE inzake oppositie N° 2014349 van 14 oktober 2020
8.BBIE inzake oppositie N° 2012055 van 17 april 2018
9.BBIE inzake oppositie N° 2005305 van 28 juli 2011
10.Gerecht EU, 30 juni 2021,