Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. N. Schoonbrood).
Procesverloop
Overwegingen
Zicht op uitzetting
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een maatregel van bewaring opgelegd door de Minister van Asiel en Migratie. De eiser, een Mexicaanse nationaliteit, had beroep ingesteld tegen het besluit van 25 augustus 2025, waarin de minister de maatregel van bewaring op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) had opgelegd. De rechtbank heeft de zaak op 1 september 2025 behandeld, waarbij de eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde en een tolk aanwezig was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gronden voor de maatregel van bewaring niet zijn betwist en dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat er geen lichter middel kan worden opgelegd. De rechtbank oordeelt dat de eiser, die geen vaste woon- of verblijfplaats heeft en geen paspoort, een risico vormt om zich aan het toezicht te onttrekken. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er zicht is op uitzetting naar de Verenigde Staten binnen een redelijke termijn, ondanks het verlopen van het visum van de eiser.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 4 september 2025 en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen één week na bekendmaking.