Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[verzoeker], verzoeker
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft verzoeker op 21 oktober 2024 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. De minister van Asiel en Migratie heeft op 20 november 2024 meegedeeld dat verzoeker met onbekende bestemming is vertrokken. Vervolgens heeft de minister op 15 januari 2025 de asielaanvraag buiten behandeling gesteld. Verzoeker heeft zijn beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding. De rechtbank heeft de zaak behandeld op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en heeft geoordeeld dat de verzoeker geen belang meer had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, aangezien hij met onbekende bestemming was vertrokken. De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen, omdat het verzoek kennelijk ongegrond was. De uitspraak is gedaan op 4 september 2025 door mr. A.C.J. van Dooijeweert, rechter, in aanwezigheid van mr. R. de Mul, griffier. De uitspraak is openbaar gemaakt en verzoeker is geïnformeerd over de mogelijkheid om een verzetschrift in te dienen.