ECLI:NL:RBDHA:2025:16579

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 augustus 2025
Publicatiedatum
8 september 2025
Zaaknummer
AWB 25/13739
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag met verwijzing naar Dublinverordening

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd, kreeg te horen dat zijn aanvraag niet in behandeling werd genomen omdat Duitsland verantwoordelijk was voor de behandeling van zijn asielverzoek, conform de Dublinverordening. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting was de verzoeker niet aanwezig, maar de minister van Asiel en Migratie was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. J. Visschers.

Na de behandeling van de zaak heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat er geen noodzaak meer was voor een voorlopige voorziening, aangezien er op dezelfde dag ook uitspraak was gedaan in een andere zaak (AWB 25/13737) die betrekking had op het beroep van de verzoeker. Daarnaast werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht
zaaknummer: AWB25/13739
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker

en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. J. Visschers).

Procesverloop

Bij besluit van 17 juni 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen op de grond dat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, tezamen met de zaak AWB 25/13737, op 19 augustus 2025 op zitting behandeld. Verzoeker is niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Na afloop van de behandeling van de zaak ter zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk ter zitting uitspraak gedaan.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer AWB 25/13737, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2025 door mr. J.J. Catsburg, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van S.N. Lekatompessij, griffier.
griffier rechter
Dit proces-verbaal is bekendgemaakt op:

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.