ECLI:NL:RBDHA:2025:16619

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 augustus 2025
Publicatiedatum
8 september 2025
Zaaknummer
NL25.838
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing asielaanvraag van Russische eiser met dienstplichtvrees en mobilisatie naar Oekraïne

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van een Russische eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. De eiser, geboren op 20 september 2004, heeft op 17 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 16 december 2024 afgewezen, met het argument dat de vrees van de eiser voor mobilisatie en dienstplicht niet aannemelijk is. Tijdens de zitting op 31 juli 2025 heeft de rechtbank de zaak behandeld, waarbij de eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.

De rechtbank concludeert dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zal worden gemobiliseerd om te vechten in Oekraïne. De rechtbank stelt vast dat, hoewel de identiteit en nationaliteit van de eiser geloofwaardig zijn, er geen bewijs is dat hij daadwerkelijk zal worden opgeroepen voor de mobilisatie. De rechtbank wijst erop dat de eiser geen documenten heeft overgelegd die zijn vrees onderbouwen, zoals een oproep voor militaire dienst. Bovendien is er geen bewijs van een grootschalige mobilisatie die de eiser specifiek zou treffen.

De rechtbank oordeelt ook dat de eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een gegronde vrees heeft voor onevenredige of discriminatoire bestraffing in Rusland. De rechtbank verwijst naar rapporten van de European Union Asylum Agency die aangeven dat de meeste veroordeelden voor dienstplichtontduiking een boete krijgen opgelegd, en niet een jarenlange gevangenisstraf. De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag van de eiser terecht als ongegrond heeft afgewezen, en het beroep van de eiser wordt verworpen. De uitspraak is openbaar gemaakt en de eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.838

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , V-nummer: [v-nummer] , eiser

(gemachtigde: mr. B. Snoeij),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder

(gemachtigde: mr. M. Hoppema).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag. Eiser heeft op 17 mei 2022 een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend. Verweerder heeft met het bestreden besluit van 16 december 2024 deze aanvraag in de verlengde procedure afgewezen als ongegrond. [1]
1.1.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.2.
De rechtbank heeft het beroep op 31 juli 2025 op zitting behandeld. Aan de zitting hebben deelgenomen: eiser, de gemachtigde van eiser, M. de Wit als tolk, en de gemachtigde van verweerder.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser heeft de Russische nationaliteit en is geboren op 20 september 2004. Eiser legt aan zijn asielaanvraag ten grondslag dat hij in Rusland in militaire dienst zal moeten. Hij vreest dat hij zal moeten vechten in de oorlog in Oekraïne of gestraft zal worden voor dienstweigering.
3. Het asielrelaas van eiser bevat volgens verweerder de volgende asielmotieven:
de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser; en
dat eiser dienstplichtig is.
4. Verweerder vindt de identiteit, nationaliteit en herkomst van eiser geloofwaardig. Verweerder vindt ook geloofwaardig dat eiser dienstplichtig is. Dit is echter niet zwaarwegend, omdat niet aannemelijk is dat eiser zal worden gemobiliseerd om te vechten in Oekraïne. Eiser heeft daarom geen vrees voor vervolging in vluchtelingrechtelijke zin [2] en hij loopt geen reëel risico op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM. [3]
Wat vindt eiser in beroep?
5. Eiser is het niet eens met het bestreden besluit en voert aan dat wel aannemelijk is dat hij gemobiliseerd zal worden om te vechten in Oekraïne. Uit een rapport van de European Union Asylum Agency uit 2023 volgt dat eiser gevaar loopt vanwege een doorlopende mobilisatie die onder de radar plaatsvindt. Eiser overlegt ook links naar verschillende Russische websites over de behandeling van Russische soldaten, die hij uit eigen onderzoek heeft gevonden. Daar komt bij dat eiser risico loopt om onevenredig zwaar bestraft te worden vanwege dienstweigering. Er valt namelijk op basis van het Algemeen Ambtsbericht niet vast te stellen wat voor straf eiser daarvoor zal krijgen en daarbij is iedere straf voor dienstweigering onevenredig nu het gaat om een door de internationale gemeenschap veroordeelde oorlog.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
6. De rechtbank geeft eiser geen gelijk. De rechtbank zal dit oordeel hieronder uitleggen.
6.1.
De rechtbank is van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij zal moeten vechten in Oekraïne. Verweerder heeft zich hiertoe op het standpunt kunnen stellen dat – hoewel geloofwaardig is dat hij dienstplichtig is – niet aannemelijk is dat eiser zal worden opgeroepen voor de mobilisatie of dat hij zal worden ingezet in de oorlog tegen Oekraïne. [4] Uit eisers verklaringen volgt namelijk nog niet dat eiser zal moeten dienen in het Russische leger waarbij hij (aan het front) zal worden ingezet in de oorlog met Oekraïne. Eiser heeft ook geen documenten, zoals een oproep, overgelegd waaruit dit volgt en heeft geen persoonlijke omstandigheden naar voren gebracht waaruit blijkt dat juist hij zou worden gemobiliseerd. Verweerder heeft zich daarnaast op het standpunt kunnen stellen dat niet is gebleken van een doorlopende mobilisatie onder de radar. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het rapport van de EUAA niet van een huidige gedwongen en grootschalige mobilisatie. [5] Wel komt in het rapport naar voren dat in 2023 nog soldaten werden gerekruteerd, maar verweerder mocht erop wijzen dat dit nog niet leidt tot de conclusie dat ook eiser gedwongen gemobiliseerd zal worden. Ook mocht verweerder erop wijzen dat uit het door eiser geciteerde nieuwsbericht van BNR [6] niet blijkt dat de genoemde mobilisatie van 300.000 militairen daadwerkelijk is uitgevoerd of dat eiser onder die groep valt. Eiser heeft geen individuele omstandigheden aangevoerd waarom juist hij risico loopt om te moeten vechten in Oekraïne. De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder niet meer bewijswaarde hoefde toe te kennen aan de links naar verschillende nieuwsartikelen, omdat het gaat om onvertaalde berichten waarvan de inhoud niet te verifiëren is. Daarbij komt in de gegeven toelichtingen naar voren dat het gaat om algemene bronnen, die dus ook niet de specifieke omstandigheden van eiser kunnen onderbouwen. Eiser heeft ter zitting aangegeven dat het ook voor hem zelf lastig is om informatie te verkrijgen, omdat veel informatie niet toegankelijk is. Dit doet echter niet af aan de conclusie dat uit de wel beschikbare informatie, waaronder het EUAA-rapport, niet volgt dat er sprake is van grootschalige gedwongen mobilisatie.
6.2.
Ook heeft verweerder voldoende gemotiveerd waarom eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij een gegronde vrees heeft voor een onevenredige of discriminatoire bestraffing. Eiser heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij een gegronde vrees heeft voor een jarenlange gevangenisstraf, voor zover dit als daad van vervolging zou moeten worden gezien. Dit volgt namelijk niet uit de informatie waar hij op heeft gewezen. Daarbij heeft verweerder in het verweerschrift gewezen op het rapport van EUAA van 21 november 2024, [7] waarin staat dat 99% van de veroordeelden voor dienstplichtontduiking een boete kregen opgelegd. Ook hieruit volgt niet dat eiser een gegronde vrees heeft voor een onevenredige of discriminatoire bestraffing.
6.3.
De rechtbank is verder van oordeel dat verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij vanwege ernstige, onoverkomelijke gewetensbezwaren vanwege een godsdienstige of andere diepgewortelde overtuiging de dienstplicht heeft geweigerd of zal weigeren. Verweerder heeft er op kunnen wijzen dat eiser heeft verklaard dat hij, als er geen oorlog zou zijn, de dienstplicht zou vervullen. [8] Eiser heeft met deze stelling onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij de dienstplicht weigert vanwege onoverkomelijke gewetensbezwaren.

Conclusie en gevolgen

7. Verweerder heeft de aanvraag mogen afwijzen als ongegrond.
Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.
7.1.
Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.D. Gunster, rechter, in aanwezigheid van mr. H.S. van Wessel, griffier.
De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen vier weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 31, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Verdrag betreffende de status van vluchtelingen.
3.Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
4.Zie over mobilisatie in Rusland ook de uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 8 mei 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:1936) en 6 mei 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:2018).
5.European Union Agency for Asylum, ‘Major developments in the Russian Federation in relation to military service’, 3 oktober 2023.
6.BNR, ‘Rusland wil 300.000 reservisten mobiliseren voor grote aanval op Kharkiv’, 26 maart 2024.
7.European Union Agency for Asylum, ‘Major developments regarding human rights and military service’, 21 november 2024.
8.Zie pagina 13 van het verslag nader gehoor.