ECLI:NL:RBDHA:2025:16659

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
3 september 2025
Publicatiedatum
8 september 2025
Zaaknummer
SGR 25/776
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen weigering wijziging zoekprofiel urgentieverklaring

In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 3 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag om het zoekprofiel in de aan eiser verleende urgentieverklaring te wijzigen, beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J.P.C.M. van Es, had een urgentieverklaring aangevraagd die op 10 mei 2024 was toegekend, maar met een zoekprofiel dat hem beperkte tot bepaalde woningtypen. Eiser stelde dat hij vanwege zijn gezondheid, waaronder hartklachten en klachten aan zijn benen, recht had op een woning op de begane grond of met lift, maar deze claim was niet onderbouwd met medische documenten.

De rechtbank oordeelde dat het college niet verplicht was om het zoekprofiel aan te passen, omdat eiser geen voldoende bewijs had geleverd voor zijn medische noodzaak. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit zorgvuldig was voorbereid en voldoende gemotiveerd. Eiser had ook de mogelijkheid om te reageren op woningen met een lift, en het college had aangetoond dat er woningen beschikbaar waren die aan zijn behoeften konden voldoen. Uiteindelijk werd het beroep ongegrond verklaard, wat betekent dat de beslissing van het college in stand bleef. Eiser kreeg geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Bestuursrecht
zaaknummer: SGR 25/776

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 september 2025 in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] , eiser

(gemachtigde: mr. J.P.C.M. van Es),
en

het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder

(gemachtigde: [naam] ).

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de weigering van verweerder om het zoekprofiel in de aan eiser verleende urgentieverklaring te wijzigen.
1.1.
Verweerder heeft met het besluit van 10 mei 2024 een urgentieverklaring toegekend aan eiser met een daaraan verbonden zoekprofiel. Met het bestreden besluit van 13 december 2024 op het bezwaar van eiser heeft verweerder de urgentieverklaring met daaraan verbonden zoekprofiel gehandhaafd.
1.2.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De rechtbank heeft het beroep op 19 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigde van verweerder en de gemachtigde van eiser.

Beoordeling door de rechtbank

Waar gaat deze zaak over?
2. Eiser woont in Den Haag in een woning die ligt in een gebied dat door verweerder is aangewezen als ‘actiegebied’. Onder een actiegebied wordt verstaan een gebied dat verweerder heeft aangewezen met het doel de daarin gelegen woonruimte vrij van bewoning te maken, zodat sloop of verbetering van woonruimte kan plaatsvinden. Verweerder heeft daarom aan eiser een urgentieverklaring verleend en daarbij opgenomen dat de urgentieverklaring alleen geldt voor de volgende woningtypen: portiekwoning (eerste etage en hoger), flat zonder lift (eerste etage en hoger), en flat met lift.
Wat vindt eiser in beroep?
3. Het bestreden besluit is volgens eiser niet zorgvuldig voorbereid omdat verweerder geen (medisch) onderzoek heeft gedaan naar de fysieke mogelijkheden van eiser en welk type woningen in verband daarmee geschikt zijn voor hem. Eiser meent dat er een medische noodzaak bestaat voor het betrekken van een woning op de begane grond dan wel een woning die met een lift bereikbaar is. Het bestreden besluit is ook onvoldoende deugdelijk gemotiveerd.
Wat is het oordeel van de rechtbank?
4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder het aan de urgentieverklaring verbonden zoekprofiel niet heeft hoeven aanpassen. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel is gekomen.
5. Aan eiser is een urgentieverklaring afgegeven als herstructureringskandidaat in de zin van artikel 4:7, derde lid, van de Huisvestingsverordening Den Haag 2023 (hierna: Huisvestingsverordening). Volgens artikel 4:3, vierde lid, van de Huisvestingsverordening zal een urgentieverklaring die is toegewezen op grond van artikel 4:7, derde lid, de hierbij passende woningtypen bevatten. Welke woningtypen dit zijn, is nader uitgewerkt in paragraaf 3.1 van de Beleidsregels urgentieverklaringen Den Haag 2019 (hierna: Beleidsregels). In de Beleidsregels staat dat het zoekprofiel is afgestemd op de omstandigheden van de aanvrager en diens woonbehoefte, maar wordt beperkt tot minder schaarse woningtypen van de lokale woningvoorraad. [1] Het zoekprofiel bevat standaard de woningtypen flat met lift, flat zonder lift, Hat-woning en portiekwoning. [2] Indien er op basis van een bereikbaarheidsadvies een medische noodzaak bestaat voor een traploos of zonder lift te bereiken woning, kan het woningtype ‘benedenwoning’ en indien toepasselijk ook ‘seniorenwoning’ worden toegevoegd en zal een flat zonder lift of portiekwoning worden uitgesloten. [3]
6. Eiser heeft aangevoerd dat verweerder het bestreden besluit niet zorgvuldig heeft voorbereid. Een bestuursorgaan moet bij de voorbereiding van een besluit de nodige kennis vergaren omtrent de relevante feiten en de af te wegen belangen. [4] Bij besluiten op aanvraag is de aanvrager gehouden om de gegevens en bescheiden te verschaffen die voor de beslissing op de aanvraag nodig zijn. [5] Om een onderzoeksplicht voor verweerder te kunnen aannemen is in elk geval noodzakelijk dat eiser verweerder daartoe de benodigde aanknopingspunten verschaft.
6.1.
Bij de aanvraag van eiser is aangegeven dat er geen medische bijzonderheden zijn waardoor traplopen niet mogelijk is. Vervolgens is in bezwaar gesteld dat het voor eiser vanwege zijn gezondheidssituatie niet mogelijk is om een portiekwoning op de eerste etage en hoger te betrekken en een flat zonder lift, en dat hij is aangewezen op een woning op de begane grond. Eiser zou hartklachten en klachten aan zijn benen hebben. De gezondheidssituatie van eiser is echter niet onderbouwd met medische documenten. Voor zover eiser vanwege privacyredenen deze documenten niet op wilde sturen naar verweerder, had met verweerder naar een oplossing hiervoor gezocht kunnen worden door de documenten bijvoorbeeld vertrouwelijk naar de adviescommissie te sturen. Verweerder had daarom geen aanknopingspunt om een medisch onderzoek op te starten. De beroepsgrond van eiser dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid, slaagt daarom niet.
7. Verweerder heeft het standaard zoekprofiel kunnen aanhouden en heeft zich daartoe in het bestreden besluit op het standpunt kunnen stellen dat niet is gebleken dat er een medische noodzaak bestaat voor een traploos of zonder lift te bereiken woning. De beroepsgrond van eiser dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd, slaagt niet.
8. Tot slot heeft verweerder er in het bestreden besluit en het verweerschrift terecht op gewezen dat eiser in het huidige zoekprofiel ook kan reageren op het woningtype flat met lift. Verweerder heeft gewezen op meerdere woningen in dit woningtype waarbij eiser op de eerste plaats stond en waarmee hij zijn woonprobleem had kunnen oplossen. Op de zitting heeft verweerder ook nog aangegeven dat het eiser ook zonder urgentieverklaring, gelet op zijn lange inschrijftijd, zou moeten lukken om een andere woning te vinden. Verweerder heeft hierbij aangegeven dat hij hiervoor niet altijd op plek 1 hoeft te staan, maar dat het ook op een lagere plek mogelijk is om de woning uiteindelijk te krijgen. Ook heeft verweerder erop gewezen dat bij een bezichtiging alle gegevens moeten worden meegebracht omdat ter plaatse het huurcontract wordt ondertekend.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft.
10. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M. Meijers, rechter, in aanwezigheid van mr. M.C. Bakker, griffier.
De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 september 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Artikel 3.1 van de Beleidsregels.
2.Artikel 3.1.1, eerste lid, van de Beleidsregels.
3.Artikel 3.1.1, tweede lid, onder a van de Beleidsregels.
4.Artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
5.Artikel 4:2, tweede lid, van de Awb.