ECLI:NL:RBDHA:2025:16682
Rechtbank Den Haag
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing wrakingsverzoek tegen rechter in omgangszaak
Op 8 september 2025 heeft de meervoudige wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag een wrakingsverzoek afgewezen. Het verzoek was ingediend door verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A. Neermawatie Nandoe, tegen mr. A.M. van der Vliet, de behandelend rechter in een omgangszaak. Verzoekster stelde dat de rechter vooringenomen was omdat zij niet direct bij aanvang van de zitting inging op haar bezwaren tegen te laat ingediende stukken door de man, en omdat de rechter had gesuggereerd dat de erkenning van het kind door de man rond was. De wrakingskamer oordeelde dat de rechter binnen haar vrijheid de zitting mocht inrichten en dat de opmerkingen van de rechter over de erkenning geen inhoudelijke beslissing over het geschil in de zaak inhielden. De wrakingskamer concludeerde dat er geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid was en wees het verzoek af. De procedure in de hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.