4.4.Oordeel van de rechtbank
Voor de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel van de veroordeelde is onderzoek gedaan in de periode van 1 januari 2023 tot en met 12 maart 2024 (hierna: de onderzoeksperiode). Bij de schatting zijn de legale inkomsten van de veroordeelde in de onderzoeksperiode in mindering gebracht op het bedrag dat de veroordeelde in de onderzoeksperiode feitelijk heeft uitgegeven.
Voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel is in het rapport uitgegaan van een uitgebreide kasopstelling, waarin de geldstromen inzichtelijk zijn gemaakt. De rechtbank zal ten behoeve van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel aan de hand van deze kasopstelling en – indien nodig – andere bewijsmiddelen het beginsaldo, de legale inkomsten, het eindsaldo en de werkelijk uitgaven vaststellen.
Beginsaldo contant en giraal geldVolgens het rapport had de veroordeelde op 1 januari 2023 een beginsaldo van
€ 351,94.
Legale inkomsten
In het rapport is vermeld uit welke bronnen de veroordeelde legale contante inkomsten heeft ontvangen. Op grond van het rapport kan worden vastgesteld dat de veroordeelde in de onderzoeksperiode een totaalbedrag van € 34.942,11 aan legale inkomsten heeft ontvangen. Dit bedrag bestaat uit ontvangen bedragen op zijn rekeningen en omzet van het eerste kwartaal van 2024. De rechtbank zal het opgegeven verzamelinkomen over 2023 bij de Belastingdienst van € 12.060,- eveneens als legale inkomst aanmerken. De rechtbank gaat daarom uit van een totaalbedrag van € 47.002,11 aan legale inkomsten in de onderzoeksperiode.
Eindsaldo contact en giraal geld
Tijdens de doorzoeking is € 180,- contant geld aangetroffen in de kamer van de veroordeelde. Het eindsaldo giraal geld bedroeg € 798,31. Op grond hiervan komt de rechtbank uit op een bedrag van € 978,31 voor de post eindsaldo contant en giraal geld.
Werkelijke girale en contante uitgaven
In het rapport worden de totale feitelijke uitgaven vastgesteld op € 129.541,71. Dit bedrag bestaat uit € 106.124,21 aan girale betalingen, € 16.577,50 aan contante betalingen voor de aankoop van voertuigen en € 6.840,- aan contante uitgaven voor de inkoop van lachgas. De rechtbank zal de post contante uitgaven voor lachgas buiten beschouwing laten, omdat dit lachgas mogelijk is betaald van contant geld dat van de rekeningen is gehaald. Nu deze contante opnames al in de berekening zijn opgenomen onder de post girale betalingen, bestaat het risico op een dubbeltelling. De rechtbank gaat daarom uit van een bedrag van
€ 122.701,71 aan feitelijke uitgaven.
Uitkomst uitgebreide kasopstelling
Samengevat luidt de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel als volgt:
Beginsaldo contant en giraal geld € 351,94
+/+ Legale contante ontvangsten € 47.002,11
-/- Eindsaldo contant en giraal geld € 978,31
Beschikbaar voor het doen van uitgaven € 46.357,74
-/- Feitelijke uitgaven € 122.701,71
Verschil (wederrechtelijk verkregen voordeel) € - 76.325,97