Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
5.1. De rechtbank volgt verweerder erin dat referent niet voldeed aan het middelenvereiste. Gelet op artikel 3.22, eerste lid van het Vreemdelingenbesluit 2000 (Vb) dienen de middelen van bestaan zelfstandig, voldoende en duurzaam te zijn. Verder dient dit ex tunc te worden beoordeeld. Relevant is dus de situatie op de datum van het bestreden besluit. Gezien artikel 3.75, eerste lid, letter e, van het Vb kan daarnaast de situatie relevant zijn op het moment van ontvangen van de aanvraag.
.Hieruit blijkt dat ook bij circulerende Unieburgers eisen mogen worden gesteld aan het inkomen als voorwaarde om te kunnen verblijven in een andere lidstaat.
Omdat de in Nederland verblijvende gezinsvormer zijn verantwoordelijkheden ook in financiële zin moet kunnen waarmaken, moet deze duurzaam in staat zijn de volledige kosten van het verblijf van de nieuwe partner op zich te nemen zodat een (al dan niet aanvullend) beroep op de algemene middelen redelijkerwijs is uitgesloten.” [4] De rechtbank ziet met deze uitleg geen strijd met de ratio van de inkomenseis uit de Verblijfsrichtlijn. Eiseres heeft onvoldoende onderbouwd waarom de eisen die in Nederland gesteld worden niet vergelijkbaar zijn of in strijd zijn met de Europese richtlijnen. De beroepsgrond slaagt niet.