Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] , eiser,
de minister van Asiel en Migratie,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Zienswijze6. Uit het in algemene zin herhalen en inlassen van wat eiser eerder in de zienswijze naar voren heeft gebracht, kan de rechtbank niet afleiden waarom eiser van mening is dat het bestreden besluit onjuist is. Daarom ziet de rechtbank in deze enkele stelling geen aanleiding het bestreden besluit te vernietigen.
7.2. De minister heeft zich terecht op het standpunt gesteld dat met de door eiser overgelegde documenten de gestelde familieband tussen eiser en zijn neef niet is aangetoond. De minister mocht erop wijzen dat de namen van de ouders van eiser in de overgelegde stukken niet overeenkomen. In de vertaling bij de aanvullende gronden van beroep staat in bijlage 1 bij de naam van de moeder ‘ [naam 2] ’, terwijl in bijlage 2 als naam van de moeder ‘ [naam 3] ’ staat. Het is ook opmerkelijk dat voor de vader van eiser en zijn broer in zowel bijlage 1 als bijlage 2 alleen de naam [naam 4] , zonder achternaam, staat vermeld. Daarbij komt dat eiser zelf geen identificerende stukken heeft overgelegd om zijn eigen identiteit aan te tonen. Zelfs al zou de familieband worden aangenomen dan geeft dat volgens de minister geen aanleiding om eisers asielaanvraag in behandeling te nemen. Eiser heeft namelijk niet nader onderbouwd dat zijn neefje van hem afhankelijk is. De omstandigheden dat eiser en zijn neef samen naar Nederland zijn gereisd en dat zij een sterke band hebben door het verleden dat zij delen, heeft de minister niet aan hoeven merken als bijzondere, individuele omstandigheden die de overdracht onevenredig hard maakt. Deze beroepsgrond slaagt niet.