ECLI:NL:RBDHA:2025:16712
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening asielaanvraag en verantwoordelijkheid Roemenië
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 9 september 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, bijgestaan door zijn gemachtigde mr. A.M. Luigjes, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister van Asiel en Migratie heeft echter op 19 juni 2025 besloten om deze aanvraag niet in behandeling te nemen, met als argument dat Roemenië verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag.
Tegen dit besluit heeft de verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De zitting vond plaats op 2 september 2025, waarbij de verzoeker, zijn gemachtigde en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De voorzieningenrechter heeft de zaak behandeld en op basis van de ingediende stukken en het verhandelde ter zitting, is geconcludeerd dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien de rechtbank op dezelfde dag uitspraak heeft gedaan op het beroep.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. V.A.G. van Dijk en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.