ECLI:NL:RBDHA:2025:16809

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
22 augustus 2025
Publicatiedatum
11 september 2025
Zaaknummer
09/317608-23 en 09/235968-23 (tul)
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake beschadiging van goederen, diefstal en eenvoudige belediging door verdachte te Lekkerkerk

Op 22 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het beschadigen van goederen, diefstal en eenvoudige belediging. De verdachte heeft bekend en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. W.S.A.H. Croes. De officier van justitie, mr. T. Nauta, heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 66 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest. De tenlastelegging omvat onder andere het opzettelijk beschadigen van meerdere auto's en het stelen van bierkratten en shag in de periode van oktober 2023 tot maart 2024. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten, waarbij de bewezenverklaring is gebaseerd op de bekennende verklaring van de verdachte en andere bewijsmiddelen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten in aanmerking genomen, evenals de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder psychische stoornissen. De rechtbank heeft de vorderingen van benadeelde partijen toegewezen en de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding. De vordering tot tenuitvoerlegging van een eerdere voorwaardelijke straf is afgewezen. De rechtbank heeft de op te leggen straffen gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/317608-23 en 09/235968-23 (tul)
Datum uitspraak: 22 augustus 2025
Tegenspraak

Verkort vonnis

De rechtbank Den Haag heeft op grondslag van de tenlastelegging en naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1998 te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ),
BRP-adres: [adres] , [postcode] , [woonplaats] .

De terechtzitting

Het onderzoek is gehouden op de terechtzitting 22 augustus 2025 (inhoudelijke behandeling).
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. W.S.A.H. Croes, is op de terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. T. Nauta heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde. De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 66 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht (zijnde: 66 dagen).

De tenlasteleggingAan de verdachte is ten laste gelegd dat:

1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 29 oktober 2023 tot en met 12 november 2023 te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere auto's, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
- [benadeelde 1] ; en/of
- [benadeelde 2] ; en/of
- [benadeelde 3] ; en/of
- [benadeelde 4] ; en/of
- [benadeelde 5] ; en/of
- [benadeelde 6] ; en/of
- [benadeelde 7] ; en/of
- [benadeelde 8] ,
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar
gemaakt en/of weggemaakt;
2
hij in of omstreeks de periode van 19 februari 2024 tot en met 22 februari 2024 te
Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard één of meerdere bierkratten, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 9] en/of [benadeelde 10] en/of [benadeelde 11] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 20 maart 2024 te Krimpen aan de Lek, gemeente
Krimpenerwaard één of meerdere pakken shag (rookwaar), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde 12] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op of omstreeks 23 maart 2024 te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard opzettelijk [benadeelde 13] , in haar tegenwoordigheid, mondeling en/of door feitelijkheden, heeft beledigd, door
- die [benadeelde 13] de woorden toe te voegen: "kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking en/of
- in/op/tegen het gezicht en/of het lichaam van die [benadeelde 13] te spugen, althans in de richting van die [benadeelde 13] te spugen.

De bewijsmiddelen

De rechtbank grondt haar overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring. De bewezenverklaring van het feit volgt rechtstreeks uit de bewijsmiddelen, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte.
In die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist met de bewijsmiddelen, dan wel met een opgave daarvan, zal dit plaatsvinden in een aanvulling die als bijlage aan dit vonnis zal worden gehecht.

De bewezenverklaring

Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen heeft de rechtbank de overtuiging bekomen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
1
hij in de periode van 29 oktober 2023 tot en met 12 november 2023 te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard opzettelijk en wederrechtelijk meerdere auto's, die aan
- [benadeelde 1] ; en
- [benadeelde 2] ; en
- [benadeelde 3] ; en
- [benadeelde 4] ; en
- [benadeelde 5] ; en
- [benadeelde 6] ; en
- [benadeelde 7] ; en
- [benadeelde 8] ,
in elk geval aan een ander toebehoorden heeft beschadigd;
2
hij in de periode van 19 februari 2024 tot en met 22 februari 2024 te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard bierkratten, die aan [benadeelde 9] en [benadeelde 10] en [benadeelde 11] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om
diezich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op 20 maart 2024 te Krimpen aan de Lek, gemeente Krimpenerwaard shag die aan [benadeelde 12] toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op 23 maart 2024 te Lekkerkerk, gemeente Krimpenerwaard opzettelijk [benadeelde 13] , in haar tegenwoordigheid, mondeling en door feitelijkheden, heeft beledigd, door
- die [benadeelde 13] de woorden toe te voegen: "kankerhoer", althans woorden van gelijke beledigende aard en strekking en
- tegen het gezicht en/of het lichaam van die [benadeelde 13] te spugen.
Voor zover in de tenlastelegging type- en taalfouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezen verklaarde is volgens de wet strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is eveneens strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

De strafoplegging

Na te melden straf is in overeenstemming met de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het volgende in aanmerking.
Ernst van de feiten
De verdachte heeft zich in de periode van 29 oktober tot en met 12 november 2023 in de avond schuldig gemaakt aan het opzettelijk en wederrechtelijk beschadigen van auto’s die aan een ander toebehoorden. De verdachte heeft hiermee overlast en schade veroorzaakt. De verdachte heeft inbreuk gemaakt op het ongestoorde gebruik/genot van een goed door degene aan wie dat goed toebehoort.
Daarnaast heeft de verdachte zich op 23 maart 2024 schuldig gemaakt aan eenvoudige belediging op klaarlichte dag tegen een buurtbewoner door deze persoon uit te schelden en vervolgens te bespugen. De verdachte heeft door deze belediging blijk gegeven van een gebrek aan respect die eenieder in het maatschappelijk verkeer toekomt.
Tot slot heeft de verdachte zich in de periode van 19 februari tot en met 20 maart 2024 schuldig gemaakt aan twee diefstallen waarbij de verdachte bij de eerste diefstal meerdere bierkratten heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen. Bij de tweede diefstal heeft de verdachte shag weggenomen eveneens met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen. De verdachte heeft hiermee inbreuk gemaakt op het eigendom en bezit van andermans goederen. Diefstal levert voor de benadeelde partijen schade en overlast op.
Strafblad
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafblad van de verdachte van 10 juli 2025. Daaruit blijkt dat de verdachte eerder in aanraking met justitie is gekomen.
Persoon van de verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op de Pro-Justitia rapportage over de verdachte door dr. B.A. Blansjaar van 29 april 2024 waaruit volgt dat er bij de verdachte sprake is van psychische stoornissen in de vorm van een psychose met achtervolgingswaan en gehoorhallucinaties en een stoornis in het gebruik van cannabis. Gezien de bevindingen van het onderzoek kunnen volgens de psychiater de onderzochte ten laste gelegde vernielingen bij bewezenverklaring worden beschouwd als grotendeels voortgekomen uit de waandenkbeelden van achtervolging en bedreiging, waar de verdachte zich op inadequate wijze tegen heeft willen verzetten. De psychiater komt tot de conclusie dat de verdachte zich wel bewust is geweest van het laakbare en strafbare van het tenlastegelegde. De psychiater adviseert om het tenlastegelegde bij een bewezenverklaring in een sterk verminderde mate toe te rekenen gelet op de verdachte zijn waandenkbeelden van achtervolging en bedreiging. De rechtbank neem voorgaande conclusie over en maakt deze de hare.
Conclusie
Naar het oordeel van de rechtbank komen de ernst van het bewezen verklaarde en de door de rechtbank in aanmerking genomen omstandigheden voldoende tot uitdrukking in de door de officier van justitie gevorderde straf. De rechtbank acht de door de officier van justitie gevorderde straf passend en geboden en zij zal die aan de verdachte opleggen.

De vorderingen van de benadeelde partijen

[benadeelde 1] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 80,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezenverklaarde feit 1.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 80,00.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 29 oktober 2023, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde 6] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 278,69, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezenverklaarde feit 1.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 278,69.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 29 oktober 2023, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde 2] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 696,75, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezenverklaarde feit 1.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 696,75.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 29 oktober 2023, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde 7] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit materiële schade.
Op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezenverklaarde feit 1.
De rechtbank zal - gelet op het voorgaande - de vordering toewijzen tot een bedrag van € 150,00, dit betreft de gevorderde schade die ziet op de vervanging van de achterruit. De rechtbank zal, op de gevorderde schadepost, namelijk ‘lakschade kofferbak’, de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering. Deze post van de vordering is door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd.
De rechtbank zal de gevorderde wettelijke rente toewijzen met ingang van 29 oktober 2023, omdat vast is komen te staan dat de schade vanaf die datum is ontstaan.
Nu de vordering gedeeltelijk wordt toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij tot aan deze uitspraak in verband met de vordering heeft gemaakt. De rechtbank begroot deze kosten tot op heden op nihil. Daarnaast wordt de verdachte veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog moet maken.
[benadeelde 13] heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces en vordert een schadevergoeding van € 1600,00, te vermeerderen met de wettelijke rente. Dit bedrag bestaat uit immateriële schade.
De rechtbank zal de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren. De vordering is door de benadeelde partij onvoldoende onderbouwd.

Schadevergoedingsmaatregelen

Aangezien de verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de bewezen verklaarde feiten is toegebracht en de verdachte voor deze feiten wordt veroordeeld, zal de rechtbank aan de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van de door de rechtbank toe te wijzen bedragen, steeds vermeerderd met de wettelijke rente daarover tot aan de dag waarop de vordering is voldaan.

Vordering tenuitvoerlegging

De officier van justitie heeft bij de vordering van 25 juli 2025 gevorderd dat de bij parketnummer 09/235968-23 door de politierechter van de rechtbank Den Haag op 25 oktober 2023 voorwaardelijk opgelegde straf te weten één week gevangenisstraf, ten uitvoer wordt gelegd wegens niet naleven van de algemene voorwaarden.
Op de terechtzitting heeft de officier van justitie zijn standpunt gewijzigd en zich op het standpunt gesteld dat de tenuitvoerlegging met parketnummer 09/235968-23 moet worden afgewezen.
De rechtbank acht, met de officier en de verdediging, geen termen aanwezig voor toewijzing van de vordering tot tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf met parketnummer 09/235968-23, waartoe verdachte werd veroordeeld bij onherroepelijk geworden vonnis van de 25 oktober 2023. De rechtbank wijst de vordering tot tenuitvoerlegging af.

De toepasselijke wetsartikelen

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 36f, 38v, 38w, 60, 60a, 266, 310, 350 van het Wetboek van Strafrecht;
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

De beslissing

De rechtbank:
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan, zoals hierboven bewezen is verklaard;
verklaart het bewezen verklaarde strafbaar en dat het bewezen verklaarde uitmaakt:
-
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander

toebehoort beschadigen;

-
diefstal;
-
eenvoudige belediging;
verklaart de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot:

een gevangenisstraf voor de duur van 66 (ZESENZESTIG) DAGEN;

bepaalt dat de tijd door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht (zijnde: 66 dagen), bij de hem opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
vorderingen benadeelde partijen
[benadeelde 1] , wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 80,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 29 oktober 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald;
[benadeelde 6] , wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 278,69, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 29 oktober 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald;
[benadeelde 2] , wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 696,75, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 29 oktober 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald;
[benadeelde 7] , wijst de vordering tot schadevergoeding van de benadeelde partij toe tot een bedrag van € 150,00, vermeerderd met de gevorderde wettelijke rente daarover vanaf 29 oktober 2023 tot de dag waarop deze vordering is betaald;
bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en deze in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
[benadeelde 13] , bepaalt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk is in de vordering tot schadevergoeding en deze in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
schadevergoedingsmaatregelen
legt aan de verdachte op de verplichting om aan de Staat te betalen:
ten behoeve van [benadeelde 1] een bedrag van € 80,00 bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2023 tot aan de dag der algehele betaling;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 0 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
ten behoeve van [benadeelde 6] een bedrag van € 278,69 bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2023 tot aan de dag der algehele betaling;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 0 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
ten behoeve van [benadeelde 2] een bedrag van € 696,75 bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2023 tot aan de dag der algehele betaling;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 0 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
ten behoeve van [benadeelde 7] een bedrag van € 150,00 bestaande uit materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 29 oktober 2023 tot aan de dag der algehele betaling;
bepaalt dat als het verschuldigde bedrag niet volledig wordt betaald of kan worden verhaald, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 0 dagen; de toepassing van gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op;
bepaalt dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de benadeelde partij de betalingsverplichting aan de Staat in zoverre doet vervallen, en dat gehele of gedeeltelijke betaling van het verschuldigde bedrag aan de Staat de betalingsverplichting aan de benadeelde partij in zoverre doet vervallen;
vordering tenuitvoerlegging
wijst de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 09/235968-23 af.
Dit vonnis is gewezen door
mr. G. Kuijper, voorzitter,
mr. E.C. Kole, rechter,
mr. J. Herfkens, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. D.A. Goldstoff en mr. B. van der Laken, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 22 augustus 2025.