ECLI:NL:RBDHA:2025:16826

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
2 september 2025
Publicatiedatum
11 september 2025
Zaaknummer
NL25.20723
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van een verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak na uitspraak op beroep

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 2 september 2025 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.C. Pool, had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de Minister van Asiel en Migratie was afgewezen als kennelijk ongegrond. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en tegelijkertijd verzocht om een voorlopige voorziening. De behandeling van het verzoek vond plaats op 15 augustus 2025, waarbij zowel de verzoeker als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van de minister aanwezig waren. Tijdens deze zitting is ook een tolk, S. Assaban, ingeschakeld.

De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in de hoofdzaak, met zaaknummer NL25.20722, en heeft geoordeeld dat een voorlopige voorziening niet meer nodig is, aangezien er al een uitspraak op het beroep was gedaan. Hierdoor werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 2 september 2025, en tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL25.20723
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker] , V-nummer: [V-nummer] , verzoeker (gemachtigde: mr. A.C. Pool),

en

de Minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. W. van Hoof).

Procesverloop

Met het besluit van 29 april 2025 (het bestreden besluit) heeft de minister de aanvraag van verzoeker tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek, samen met de behandeling van het beroep (met kenmerk: NL25.20722), op 15 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben eiser en zijn gemachtigde deelgenomen, evenals tolk S. Assaban. Ook heeft de gemachtigde van de minister deelgenomen. Als toehoorder was [A] van Nidos aanwezig.

Overwegingen

Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.20722, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.E.A. Braeken, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. van den Broek, griffier.
zaaknummer: NL25.20723
2
Uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
02 september 2025

Documentcode: [documentcode]

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.