Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
de minister van Asiel en Migratie, (gemachtigde: mr. W. Vrooman).
Procesverloop
Overwegingen
Ambtshalve toetsing
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Roemeense vreemdeling. De minister van Asiel en Migratie had op 15 augustus 2025 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De vreemdeling, eiser, heeft hiertegen beroep ingesteld, dat ook als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 25 augustus 2025 waren eiser, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig, terwijl de gemachtigde van eiser zich had afgemeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser de gronden voor de maatregel van bewaring niet heeft betwist, met uitzondering van één grond die geen verband houdt met het risico op onttrekking aan het toezicht. De rechtbank oordeelt dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat er geen lichter middel kan worden opgelegd dan de maatregel van bewaring. Eiser heeft verklaard niet terug te willen naar Roemenië en heeft niet meegewerkt aan een geplande uitzetting. De rechtbank concludeert dat de maatregel van bewaring gerechtvaardigd is en dat het beroep ongegrond is. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.