ECLI:NL:RBDHA:2025:16877

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
12 september 2025
Publicatiedatum
12 september 2025
Zaaknummer
NL25.28581
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot militaire dienstplicht en ex-partner

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 september 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekster, die een asielaanvraag had ingediend, verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden uitgezet totdat er op haar beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het bestreden besluit van de minister van Asiel en Migratie, dat de opvolgende asielaanvraag van verzoekster afwees als kennelijk ongegrond, niet meer ter beoordeling stond, aangezien er al een uitspraak was gedaan op het beroep met zaaknummer NL25.28580. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer nodig en werd het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.28581

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoekster], verzoekster

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. M.S. Yap),
en

de minister van Asiel en Migratie, verweerder.

Procesverloop

Met het besluit van 20 juni 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de opvolgende asielaanvraag van verzoekster afgewezen als kennelijk ongegrond
Verzoekster heeft beroep (NL25.28580) ingesteld tegen het bestreden besluit. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, die inhoudt dat zij niet zal worden uitgezet voordat er op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak buiten zitting.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

1. In de uitspraak van vandaag met zaaknummer NL25.28580 heeft de rechtbank beslist op het beroep waarop dit verzoek om een voorlopige voorziening betrekking heeft. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. Om die reden wordt het verzoek als kennelijk ongegrond afgewezen.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 12 september 2025 door mr. K.M. de Jager, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. E.C. Jacobs, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.