Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Conclusie en gevolgen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 september 2025 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, een Eritrese vrouw, had een opvolgende asielaanvraag ingediend na haar illegale vertrek uit Eritrea. De minister van Asiel en Migratie had deze aanvraag afgewezen als kennelijk ongegrond, omdat eiseres wisselend en tegenstrijdig had verklaard over haar herkomst en identiteit. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 21 augustus 2025, waarbij eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van de verweerder en een tolk.
De rechtbank oordeelde dat de minister terecht de herkomst van eiseres ongeloofwaardig achtte. Eiseres had een paspoort overgelegd, maar de rechtbank vond dat de minister voldoende had gemotiveerd waarom dit document niet als bewijs voor haar herkomst kon dienen. Eiseres had bovendien een valse doopakte overgelegd en had inconsistent verklaard over haar illegale uitreis en de omstandigheden in Eritrea. De rechtbank concludeerde dat de vrees voor militaire dienstplicht niet aannemelijk was gemaakt en dat de minister niet ten onrechte had geconcludeerd dat de aanvraag kennelijk ongegrond was.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af. Eiseres heeft de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, maar moet dit binnen een week na verzending van de uitspraak doen.