Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen
[naam verzoekster] , V-nummer: [V-nummer] , verzoekster,
[naam kind]
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag op 12 september 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoekster en haar minderjarige zoon. De verzoekster had een derde afwijzende asielaanvraag ingediend, waarna zij en haar zoon geen recht meer hadden op Rva-verstrekkingen en zouden worden overgeplaatst naar een vrijheidsbeperkende gezinslocatie in Gilze. De verzoekster heeft aangevoerd dat deze overplaatsing haar en haar zoon zou benadelen, omdat haar zoon naar school gaat in Gilze en haar partner in Rijen verblijft. Tevens zou het voor haar niet meer mogelijk zijn om bijeenkomsten van lhbti-organisaties te bezoeken. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er onvoldoende spoedeisend belang is om het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de gezinslocatie in Gilze zich op dezelfde locatie bevindt als het asielzoekerscentrum waar zij momenteel verblijven, waardoor de verzoekster haar zoon naar school kan blijven brengen en haar partner kan blijven bezoeken. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en aangegeven dat verzoekster opnieuw een verzoek kan indienen indien zij in de toekomst naar een andere locatie wordt overgeplaatst.