ECLI:NL:RBDHA:2025:16889
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ongegrond beroep tegen maatregel van bewaring in vreemdelingenzaak met verzoek om schadevergoeding
Op 12 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij eiser, een Letse nationaliteit, in beroep ging tegen een maatregel van bewaring die door de minister van Asiel en Migratie was opgelegd. De maatregel was gebaseerd op artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet, en was ingesteld omdat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. Eiser had tegen het besluit van 1 september 2025 beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding werd aangemerkt. Tijdens de zitting op 10 september 2025 was eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en werd er ook een tolk ingeschakeld. De rechtbank heeft de gronden van de maatregel van bewaring beoordeeld en vastgesteld dat deze voldoende waren onderbouwd. Eiser had aangevoerd dat verweerder had moeten volstaan met een lichter middel, gezien zijn medische situatie, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had gemotiveerd dat er geen aanleiding was om een lichter middel toe te passen. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt en er werd een rechtsmiddel tegen de uitspraak vermeld, waarbij hoger beroep mogelijk was bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.