ECLI:NL:RBDHA:2025:1690

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 februari 2025
Publicatiedatum
10 februari 2025
Zaaknummer
C/09/659926
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag en omgangsregeling in een echtscheidingszaak met minderjarige

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 7 februari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot wijziging van het gezag en de omgangsregeling tussen de ouders van een minderjarige. De moeder verzocht om eenhoofdig gezag over de minderjarige, terwijl de vader een zorgregeling en informatieregeling verzocht. De ouders zijn van 2011 tot 2015 getrouwd geweest en hebben samen een dochter, geboren in 2012. De minderjarige heeft onder toezicht gestaan en verblijft feitelijk bij de moeder, terwijl zij op het adres van de vader staat ingeschreven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om te oordelen, omdat de minderjarige haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft.

De rechtbank heeft overwogen dat gezamenlijke uitoefening van gezag vereist dat ouders constructief met elkaar communiceren. In deze zaak bleek dat de vader niet bereid was om samen te werken, wat leidde tot problemen bij de inschrijving van de minderjarige op school. De rechtbank concludeerde dat het in het belang van de minderjarige noodzakelijk was dat het gezag werd gewijzigd, zodat de moeder zelfstandig gezagsbeslissingen kan nemen. De rechtbank heeft het verzoek van de moeder toegewezen en bepaald dat zij voortaan alleen belast is met het ouderlijk gezag.

Wat betreft de omgangsregeling is afgesproken dat de minderjarige elke zondagmiddag bij de vader zal zijn, met de mogelijkheid tot uitbreiding van deze regeling in de toekomst. De rechtbank heeft ook een informatieregeling vastgesteld, waarbij de moeder de vader elk kwartaal op de hoogte houdt van de schoolvoortgang en medische zaken van de minderjarige. De overige verzoeken zijn afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 24-324
Zaaknummer: C/09/659926
Datum beschikking: 7 februari 2025

Gezag en zorgregeling

Beschikking op het op 15 januari 2024 ingekomen verzoek van:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. J. Celen te Den Haag.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de vader] ,

de vader,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. S.K. Gopal te Den Haag.

Waar gaat de zaak over?

De moeder verzoekt haar te belasten met het eenhoofdig gezag over [de minderjarige] en de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] bij haar vast te stellen. De vader heeft een verweerschrift ingediend en verzoekt een zorgregeling en een informatieregeling vast te stellen.
Op 4 februari 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: de vader en de moeder met hun advocaten en [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
[de minderjarige] heeft in raadkamer aan de rechtbank haar mening laten weten.

Feiten

- Partijen zijn getrouwd geweest van [dag 1] 2011 tot [dag 2] 2015.
- Het huwelijk is in [plaats] , Egypte, gesloten en ontbonden.
- Zij zijn de ouders van minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2012 te [geboorteplaats] , Egypte ( [de minderjarige] ).
- De ouders oefenen gezamenlijk het gezag over [de minderjarige] uit.
- [de minderjarige] heeft onder toezicht gestaan van 16 september 2021 tot 16 september 2022.
- [de minderjarige] verblijft feitelijk bij de moeder en staat ingeschreven op het adres van de vader.
- De moeder heeft de Egyptische nationaliteit en de vader heeft de Nederlandse nationaliteit.

Beoordeling

Omdat [de minderjarige] haar gewone verblijfplaats in Nederland heeft, is de Nederlandse rechter bevoegd om naar Nederlands recht te beslissen op de verzoeken.
Gezag
Het uitgangspunt is dat de ouders, ook nadat zij uit elkaar zijn gegaan, gezamenlijk het gezag uitoefenen over hun kinderen. Gezamenlijke uitoefening van het gezag vereist wel dat de ouders het mogelijk maken dat beslissingen over de verzorging en opvoeding van hun kinderen tot stand komen op een wijze die niet belastend is voor de kinderen. Als ouders niet meer met elkaar samenleven en moeizaam of niet communiceren is het van belang dat, waar nodig, de verzorgende ouder die beslissingen kan nemen die voor het dagelijkse leven van (spoedeisend) belang zijn voor de kinderen en dat de niet-verzorgende ouder deze beslissingen niet blokkeert. Daarvan is in dit geval naar het oordeel van de rechtbank geen sprake. De rechtbank komt tot dit oordeel op grond van het volgende.
Toen [de minderjarige] moest worden ingeschreven op de middelbare school, weigerde de vader haar paspoort af te geven. Dit was belastend voor [de minderjarige] , omdat dit voor haar veel gedoe opleverde bij de inschrijving op school. Tijdens het kindgesprek gaf [de minderjarige] zelf ook aan dat zij hier veel last van had gehad. Op de zitting gaf de vader desgevraagd aan dat het paspoort volgens hem niet nodig was voor de inschrijving op de middelbare school. Hij stond daarom nog steeds achter zijn beslissing het paspoort niet af te geven.
De vader weigerde ook toestemming te geven om [de minderjarige] in te schrijven op het adres van de moeder. Dit terwijl [de minderjarige] op initiatief van Stichting Jeugdformaat al geruime tijd bij de moeder verblijft. De vader gaf deze toestemming niet zodat de bedragen voor kinderbijslag en toeslagen bij hem zouden blijven komen. Hij kon dan deze gelden op de juiste manier voor [de minderjarige] aanwenden. Pas op de zitting heeft de vader ingestemd met de wijziging van de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] .
Deze voorbeelden onderbouwen naar het oordeel van de rechtbank de stelling van de moeder dat bij handhaving van het gezamenlijk gezag de kans groot is dat [de minderjarige] klem en verloren raakt tussen de ouders. De vader erkent zelf ook dat de ouders niet meer in staat zijn op een constructieve manier met elkaar te communiceren in het belang van [de minderjarige] . De rechtbank ziet een vader die veel van [de minderjarige] houdt, maar door alles wat er is gebeurd tussen de ouders niet altijd in staat lijkt mee te werken in het belang van [de minderjarige] . Op de zitting zijn afspraken gemaakt over het opstarten van een zorgregeling met de vader en zochten ook de ouders weer toenadering tot elkaar. De rechtbank hoopt dat de ouders weer nader tot elkaar zullen komen en dan weer samen beslissingen kunnen nemen in het belang van [de minderjarige] . Op dit moment is dat echter nog niet het geval.
Dit alles leidt de rechtbank tot de conclusie dat het in het belang van [de minderjarige] noodzakelijk is dat het gezag wordt gewijzigd, zodat de moeder gezagsbeslissingen voortaan zelfstandig kan nemen. De rechtbank zal het verzoek van de moeder dan ook toewijzen.
Hoofdverblijfplaats
Omdat de moeder voortaan alleen met het gezag zal zijn belast, heeft zij geen belang meer bij haar verzoek om de hoofdverblijfplaats van [de minderjarige] te wijzigen naar het adres van de moeder. Op grond van artikel 1:12 van het Burgerlijk Wetboek volgt een minderjarige de woonplaats van degene die het gezag over hem of haar uitoefent, in dit geval de moeder. De rechtbank zal het verzoek van de moeder daarom afwijzen wegens gebrek aan belang.
Omgangsregeling
Op de zitting hebben de ouders afspraken gemaakt over de omgangsregeling. Omdat er op dit moment niet veel contact is tussen [de minderjarige] en de vader, zal het contact rustig worden opgebouwd. Om te beginnen zal [de minderjarige] elke zondagmiddag van 15.00 tot 18.00 uur bij haar vader zijn. Als dit goed gaat, zullen de ouders samen met [de minderjarige] overleggen over een verdere uitbreiding. Uiteindelijk is het de bedoeling dat [de minderjarige] één keer per twee weken een weekend bij haar vader is.
Verder is op de zitting besproken dat [de minderjarige] het heel fijn zou vinden als de vader bij haar en de moeder komt eten. De vader had dit niet eerder zo begrepen. Op de zitting is afgesproken dat de vader komende zaterdag om 18.00 uur bij de moeder en [de minderjarige] gaat eten. Deze afspraak leent zich niet voor opname in het dictum, maar de rechtbank gaat ervan uit dat de ouders deze afspraak in het belang van [de minderjarige] na zullen komen.
Informatieregeling
De moeder is het eens met de door de vader verzochte informatieregeling. De rechtbank zal het verzoek van de vader op dit punt dan ook toewijzen.

BeslissingDe rechtbank:

bepaalt dat voortaan alleen de moeder belast is met het ouderlijk gezag over [de minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2012 te [geboorteplaats] , Egypte;
bepaalt dat [de minderjarige] bij de vader is elke zondagmiddag van 15.00 tot 18.00 uur. Als deze regeling goed verloopt, zullen de ouders dit in overleg met [de minderjarige] uitbreiden;
bepaalt dat de moeder de vader elk kwartaal per e-mail op de hoogte zal houden over de schoolvoortgang en medische zaken van [de minderjarige] ;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. de Jong-Kwestro, kinderrechter, bijgestaan door A.M.C. Guit-van den Berg als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 februari 2025.