ECLI:NL:RBDHA:2025:16936

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 september 2025
Publicatiedatum
15 september 2025
Zaaknummer
NL25.26515 en NL25.26521
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in asielzaken met betrekking tot niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie

Op 15 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken NL25.26515 en NL25.26521, waarbij verzoekers, vertegenwoordigd door hun gemachtigde mr. A. Hol, de minister van Asiel en Migratie hebben aangeklaagd. De zaak betreft een verzoek om vergoeding van proceskosten na het indienen van een beroep tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister pas na het indienen van het beroep alsnog een besluit heeft genomen, waardoor verzoekers in hun verzoek zijn tegemoetgekomen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de minister de proceskosten van verzoekers moet vergoeden, omdat de rechtsbijstand is verleend door dezelfde persoon en de werkzaamheden in de zaken nagenoeg identiek zijn. De totale kosten zijn vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, en is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl. Verzoekers hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.26515 en NL25.26521

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[naam 1] ,

V-nummer: [nummer 1]

[naam 2] ,

V-nummer: [nummer 2] ,
mede namens de minderjarige:
[naam 3] ,
geboren op [geboortedatum] ,
gezamenlijk: verzoekers,
(gemachtigde: mr. A. Hol),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoekers om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. Verzoekers hebben afzonderlijk beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op hun asielaanvragen. Vervolgens heeft de minister alsnog een besluit genomen. Verzoekers hebben daarop het beroep ingetrokken en daarbij gevraagd om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. [2]
3. De rechtbank stelt vast dat de minister pas na het indienen van het beroep tegen het niet tijdig beslissen alsnog een besluit heeft genomen. Daarmee is de minister aan verzoekers tegemoetgekomen. De minister dient daarom de proceskosten van verzoekers te betalen.

Conclusie en gevolgen

4. Het verzoek wordt toegewezen. De minister moet de door verzoekers gemaakte proceskosten vergoeden. De rechtbank stelt vast dat sprake is van samenhangende zaken als bedoeld in het Besluit proceskosten bestuursrecht. [3] De rechtsbijstand is verleend door dezelfde persoon, waarbij de werkzaamheden in elk van de zaken nagenoeg identiek zijn. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 453,50. [4]

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van
€ 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.D. Overmars, rechter, in aanwezigheid van K.D.M. Nijholt griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:75 en 8:75a van de Awb, nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Artikel 3 van het Besluit proceskosten bestuursrecht.
4.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.