ECLI:NL:RBDHA:2025:16948

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
28 augustus 2025
Publicatiedatum
15 september 2025
Zaaknummer
C/09/688398 / FA RK 25-5290
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorzieningen in een omgangsregeling en informatieregeling tussen een vader en zijn minderjarige dochter

Op 28 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag een beschikking gegeven in een zaak betreffende voorlopige voorzieningen ex artikel 223 Rv. De man, bijgestaan door zijn advocaat mr. N.R. Breman-Kleine, heeft verzocht om een contactregeling met zijn minderjarige dochter [minderjarige 2], die bij de moeder woont. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.L. Witteveen, heeft verweer gevoerd tegen de voorgestelde contactregeling. De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het verzoekschrift en het bericht van de man. Tijdens de zitting op 14 augustus 2025 is de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij ook een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een andere minderjarige is besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man en de moeder een affectieve relatie hebben gehad en dat de man de minderjarige niet heeft erkend. De moeder oefent het eenhoofdig gezag uit over [minderjarige 2]. De rechtbank heeft overwogen dat, hoewel een kind recht heeft op omgang met beide ouders, de omstandigheden in deze zaak het niet toelaten om een videobelregeling vast te stellen. De man verblijft in een gesloten kliniek en de relatie tussen de ouders is ernstig verstoord, wat een veilige omgang bemoeilijkt. De rechtbank heeft het verzoek van de man tot een beeldbelregeling afgewezen, maar heeft wel een informatieregeling vastgesteld waarbij de moeder maandelijks informatie en foto's van [minderjarige 2] aan de man zal sturen. De beschikking is gegeven door kinderrechter mr. C. van Hees en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Rechtbank DEN HAAG
Enkelvoudige Kamer
Rekestnummer: FA RK 25-5290
Zaaknummer: C/09/688398
Datum beschikking: 28 augustus 2025

Voorlopige voorzieningen ex artikel 223 Rv

Beschikking op het op 14 juli 2025 ingekomen verzoekschrift van:

[de man] ,

de man,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. N.R. Breman- Kleine in Zwolle.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:

[de moeder] ,

de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. A.L. Witteveen in Rotterdam.

Procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken waaronder:
  • het verzoekschrift, met bijlagen;
  • het bericht van 7 augustus 2025 van de man, met bijlage.
Op 14 augustus 2025 is de zaak op de zitting van deze rechtbank met gesloten deuren behandeld in de vorm van
een gecombineerde behandelingsamen met het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] (zaak- en rekestnummer C/09/689213 / JE RK 25-1336). Op dat laatste verzoek is op de zitting al mondeling uitspraak gedaan, waarbij de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing tot 2 september 2026 zijn verlengd.
Op de zitting zijn verschenen:
  • de man, bijgestaan door zijn advocaat;
  • de moeder, bijgestaan door mr. J. Brouwer als waarnemend advocaat;
  • [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming;
  • de gezinshuismoeder van [minderjarige 1] , als toehoorder.

Feiten

  • De man en de moeder hebben een affectieve relatie gehad.
  • Uit de moeder is de minderjarige [minderjarige 2] (hierna: [minderjarige 2] ) geboren op [geboortedatum] 2023 in [geboorteplaats] .
  • De man heeft [minderjarige 2] niet erkend.
  • De moeder oefent van rechtswege het eenhoofdig gezag uit over [minderjarige 2] .
  • [minderjarige 2] woont bij de moeder.

Verzoek en verweer

De man verzoekt, bij wijze van voorlopige voorziening:
  • een contactregeling vast te stellen, waarbij de man en [minderjarige 2] (minimaal) twee keer per week ongeveer 15 minuten videobellen, eventueel eerst onder begeleiding van een medewerker van de Forensisch Psychiatrische Kliniek waar de man thans verblijft;
  • een informatieregeling vast te stellen, waarbij de moeder de man tenminste één keer per maand per e-mail een update stuurt waarin zij hem laat weten hoe het met [minderjarige 2] gaat, met daarbij een actuele foto van [minderjarige 2] .
De moeder voert verweer tegen de contactregeling.

Beoordeling

Contactregeling
Op grond van artikel 1:377a eerste en tweede lid van het Burgerlijk Wetboek heeft een kind recht op omgang met degene die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat. De rechtbank stelt op verzoek van degene die in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind een omgangsregeling vast.
De man wil twee keer per week ongeveer 15 minuten videobellen. Toen partijen nog een relatie hadden, deden zij dit vaker. Sinds september/oktober 2024 is de relatie tussen partijen echter definitief beëindigd. Sindsdien heeft de man [minderjarige 2] niet meer gezien. De man vindt het belangrijk dat [minderjarige 2] weet dat de man contact met haar wil, zeker gelet op haar jonge leeftijd.
Volgens de moeder kan niet van haar verwacht worden dat zij met [minderjarige 2] op schoot belt met de man. De man heeft haar veel narigheid aangedaan en voor de moeder levert videobellen te veel spanning op. Die spanning is volgens de moeder ook niet in het belang van [minderjarige 2] . Daarbij denkt de moeder dat het voor [minderjarige 2] niet mogelijk zal zijn haar aandacht bij het gesprek te houden.
De rechtbank vindt het in beginsel van belang dat een kind contact heeft met beide ouders. In de gegeven omstandigheden ziet de rechtbank echter geen mogelijkheden om een vorm van contact tussen de man en [minderjarige 2] te bepalen. De man zit in een gesloten kliniek op grote afstand van [minderjarige 2] , waardoor een fysiek bezoek niet mogelijk is. De man en [minderjarige 2] zouden in theorie kunnen videobellen, maar in de praktijk vraagt dit te veel van de moeder. Daarvoor zouden de ouders namelijk direct contact met elkaar moeten hebben, terwijl de relatie tussen partijen ernstig is verstoord. De rechtbank heeft er geen vertrouwen in dat partijen rustig kunnen blijven tijdens videobellen. Op de zitting bleek namelijk ook dat partijen niet rustig naar elkaar konden blijven.
Daarnaast heeft de moeder veel wantrouwen en weerstand naar de man, vanwege hun belaste verleden. De man heeft TBS met voorwaarden opgelegd gekregen, omdat hij de pleegouders van [minderjarige 1] heeft bedreigd. Het vastleggen van een beeldbelregeling zal naar verwachting dan ook te veel spanningen opleveren bij de moeder, terwijl zij hard aan het werk is om een goede moeder te zijn voor haar kinderen.
De rechtbank hoopt dat het in de toekomst in het belang van [minderjarige 2] kan zijn om weer contact te hebben met de man. De man blijft de biologische vader van [minderjarige 2] . Bij [minderjarige 2] kan de behoefte ontstaan om de man te leren kennen. Het kan daarbij helpen als de man kaarten naar [minderjarige 2] stuurt. Ook al zal [minderjarige 2] dat gezien haar leeftijd nu nog niet begrijpen, kan het in de toekomst voor haar van waarde zijn.
Gelet op al het voorgaande zal de rechtbank het verzoek van de man over een beeldbelregeling afwijzen.
Informatieregeling
De moeder heeft op de zitting aangegeven dat zij bereid is om mee te werken aan de door de man verzochte informatieregeling. Zij wil alleen geen direct contact met de man. Op de zitting is afgesproken dat de moeder ervoor zorgt dat de informatie en de foto‘s van [minderjarige 2] elke maand bij de man terechtkomen, bijvoorbeeld via de advocaten, de jeugdbescherming of reclassering. Daarnaast is afgesproken dat de man hier niet op reageert.
De rechtbank zal vastleggen dat de moeder zorgt dat de man één keer per maand informatie ontvangt over wat belangrijk is in het leven van [minderjarige 2] en hoe zij zich ontwikkelt, met daarbij een paar actuele foto’s van [minderjarige 2] .

Beslissing

De rechtbank:
stelt vast dat de moeder de man één keer per maand informatie zal sturen over wat belangrijk is in het leven van [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] 2023 in [geboorteplaats] , en hoe zij zich ontwikkelt, met daarbij een paar actuele foto’s van [minderjarige 2] ;
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. van Hees, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. M.A. Wien als griffier, en uitgesproken op de openbare zitting van 28 augustus 2025.