Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 september 2025 in de zaak tussen
[naam], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, de minister.
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
6 februari 2025 laten weten dat de beslistermijn is begonnen op 17 januari 2025 en dat hij uiterlijk op 14 maart 2025 een beslissing zou nemen. Eiser heeft de minister op 7 juni 2025, door de minister ontvangen op 19 juni 2025, in gebreke gesteld. Eiser heeft meer dan twee weken na de ingebrekestelling beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn verzoek. [2]
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het, met een besluit gelijk te stellen, niet tijdig nemen van een besluit;
- draagt de minister op binnen twee weken na de dag van bekendmaking van deze uitspraak alsnog een besluit op het verzoek bekend te maken;
- bepaalt dat de minister aan eiser een dwangsom van € 100,- moet betalen voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000,-;
- stelt de hoogt van de door de minister aan eiser verschuldigde dwangsom als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb vast op € 1.442,-;
- veroordeelt de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 453,50.