ECLI:NL:RBDHA:2025:16968
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag op basis van onjuiste beoordeling van veilig land van herkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 15 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag behandeld. Eiser, van Marokkaanse nationaliteit, had op 20 april 2025 een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aangevraagd, maar deze aanvraag werd door de minister van Asiel en Migratie op 12 juni 2025 afgewezen als kennelijk ongegrond. De rechtbank oordeelt dat de minister het besluit niet zorgvuldig heeft voorbereid en niet goed heeft gemotiveerd, met name door ten onrechte aan te nemen dat Marokko een veilig land van herkomst is. De rechtbank laat echter de rechtsgevolgen van het besluit in stand, omdat de minister de aanvraag op basis van een individuele beoordeling van eisers asielmotieven kon afwijzen.
De rechtbank stelt vast dat de minister de aanvraag van eiser versneld heeft behandeld in spoor 2, terwijl Marokko sinds 4 augustus 2025 niet meer als veilig land van herkomst wordt aangemerkt. Eiser heeft aangevoerd dat hij bedreigd werd door zijn oom en dat hij geen bescherming kan krijgen van de Marokkaanse autoriteiten. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende heeft gemotiveerd dat eiser niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij geen bescherming kan krijgen. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de afwijzing van de asielaanvraag blijft bestaan. Eiser krijgt een proceskostenvergoeding van € 1.814,- toegewezen.